3.2 Risicofactoren op meso-niveau

JGZ richtlijn Psychosociale problemen (2016)

Psychosociale problemen

Gezinssituatie 

  • Kinderen uit een éénoudergezin ontwikkelen vaker probleemgedrag en emotionele problemen dan hun leeftijdsgenootjes in tweeoudergezinnen [2][44]. Een verklaring voor het negatieve effect van éénoudergezinnen kan zijn het ontbreken van de steunende, tweede ouder; of het voorkomen van conflicten met de ex-partner.
  • Kinderen uit gezinnen waarin relatief veel ingrijpende gebeurtenissen zoals het overlijden van een familielid, een ziekenhuisopname of echtscheiding voordoen, hebben een verhoogde kans op emotionele en gedragsproblemen [52]. Ingrijpende levensgebeurtenissen kunnen het probleemgedrag ook in stand houden [81].

De buurt 

Kinderen die in een achtergesteld gebied wonen, of dat nu in een grote stad is of op het platteland, hebben vaker psychosociale problemen in vergelijking met landelijke prevalentie-cijfers (Reijneveld et al., 2005); [72]. In beide studies werd een ‘achtergesteld gebied’ gemeten als een wijk waarin de werkloosheid relatief hoog was en het gemiddeld inkomen en opleidingsniveau het laagst (gebaseerd op cijfers van de Sociaal Cultureel Planbureau). Vooral externaliserende problemen komen vaker voor bij jeugdigen die in een achtergestelde omgeving opgroeien.

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback