4.1 Vroegsignalering door de JGZ

JGZ richtlijn Psychosociale problemen (2016)

Psychosociale problemen

Vroegsignalering is één van de kerntaken van de JGZ. Dit is vastgelegd in het Basispakket JGZ, dat wettelijk verankerd is in de Wet publieke gezondheid (Wpg). De vroegsignalering van psychosociale problemen bij kinderen door de JGZ is zonder instrumenten niet optimaal. In totaal worden 72% van de kinderen in de leeftijd van 21 maanden tot 4 jaar [94][90] en bijna de helft van de 5-15 jarigen met psychosociale problemen (d.w.z. een klinische CBCL score) [88][98] gemist door de JGZ. 

De kwaliteit van de vroegsignalering van psychosociale problemen door de JGZ is minder goed bij allochtone kinderen dan bij autochtone kinderen. Slechts 30% van de Turkse en Marokkaanse kinderen met een psychosociaal probleem wordt geïdentificeerd door de JGZ, terwijl dit bij de autochtone kinderen 60% is [39]. In deze studie is een psychosociaal probleem bepaald door middel van de Child Behavior Checklist (CBCL). Mogelijke verklaringen voor deze slechtere opsporing bij allochtone kinderen zijn verschillen in de mate waarin ouders hun zorgen aan een hulpverlener uiten. Ouders uit niet-geïndustrialiseerde landen zijn mogelijk minder bereid om over hun problemen te vertellen buiten de kring van de directe familie, omdat zij dit niet sociaal wenselijk vinden [153]. Maar ook als een ouder problemen kenbaar maakt aan de hulpverlener, kan de besluitvorming van de hulpverlener anders verlopen. Bijvoorbeeld, taalproblemen, culturele verschillen en vooroordelen kunnen een goede interactie tussen ouder en hulpverlener belemmeren [89][93]. Dit kan leiden tot slechtere en of latere signalering en minder effectieve verwijzing. 

Het gebruik van goede (d.w.z. valide) instrumenten kan de signalering van psychosociale problemen door de JGZ aanzienlijk verbeteren (Vogels, 2008a; Theunissen et al, 2012a). Een instrument kan niet het klinisch oordeel vervangen, het gebruik van deze instrumenten is een onderdeel van het totale proces van signaleren. Naast het gebruik van instrumenten blijft de professionele inschatting van grote waarde. De professional moet in staat zijn een goede inschatting te maken van de risico’s op basis van onder andere de uitkomsten van het instrument. Dit vraagt om bepaalde competenties en deskundigheid van professionals, zoals observerend vermogen, gespreksvaardigheden en deskundigheid op het gebied van gedrags- en ontwikkelingsproblemen. Als het gaat om allochtone jeugd en hun ouders zijn culturele sensitiviteit en interculturele competenties belangrijk. Zie de JGZ-Richtlijn Opvoedondersteuning Deze linkt opent in een nieuw tabblad voor een uitgebreide beschrijving van gespreksvaardigheden.

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback