De JGZ heeft een taak in het signaleren van risico’s die opgroeiende kinderen bedreigen. Een aantal ouders ervaart dit als een opsporingstaak en zijn hier huiverig voor. Onder meer omdat zij de JGZ zien als opsporingsapparaat voor kindermishandeling. Vooral het werken met vragenlijsten maakt hen huiverig, omdat er dan iets ‘op papier komt te staan’. Ouders willen helderheid over waarom de JGZ de gegevens vraagt, wat de JGZ met de gegevens doet, waar de gegevens blijven en wie er toegang toe heeft. Ook willen ze graag inspraak in de besluitvorming over eventuele problemen. Bij het gebruik van een vragenlijst als screeningsinstrument is er minder inspraak mogelijk. Eventuele onvrede over de JGZ kan te maken hebben met onduidelijkheid over doel, inhoud en uitvoering van de dienstverlening.
Een vragenlijst als psychosociaal signaleringsinstrument is een hulpmiddel om de behoeften en belangen van de jeugdige systematisch in kaart te brengen. Doel en gebruik van een vragenlijst zijn voor veel ouders niet vanzelfsprekend. De JGZ zal dan ook vanaf het eerste contact heel helder moeten zijn over (de legitimatie van) haar taak, het gebruik van vragenlijsten als psychosociale signaleringsinstrumenten daarbij en het nut ervan voor ouder en kind [155].