7.1.1 Samenwerken met ouders en jeugdigen

JGZ richtlijn Psychosociale problemen (2016)

Psychosociale problemen

Het toeleiden naar zorg is een gezamenlijk proces van professional samen met de ouder(s) en/of de jeugdige. Dit proces start met het bespreken van vragen, wensen of zorgen met ouders en jeugdigen, waarna met elkaar wordt verkend wat er nodig is om de gezondheidssituatie te verbeteren. Belangrijke uitgangspunten staan beschreven in de NCJ handreiking ‘kracht van de zelfregie Deze linkt opent in een nieuw tabblad’ [139]. Deze uitgangspunten zijn: 

  • Jeugdigen en ouders zijn de experts van hun eigen leven. De JGZ-professional sluit aan bij de aanwezige behoefte en werkt vanuit gelijkwaardig partnerschap aan het bevorderen van ontwikkeling en gezondheid. De JGZ-professional werkt vanuit de vraag: welk doel willen jeugdigen en ouders bereiken en wat hebben zij daarvoor nodig? Wat kunnen zij zelf, waar kan het eigen sociale netwerk hen bij ondersteunen? De JGZ-professionals werkt vanuit gelijkwaardig partnerschap aan het bevorderen van ontwikkeling en gezondheid. 
  • Versterking van het functioneren en participeren van de jeugdigen. De JGZ-professional zoekt samen met ouders en jeugdige een aanpak die het functioneren van de jeugdige zo goed mogelijk versterkt. Vanuit een biopsychosociale blik kijkt de JGZ-professional naar aanwezige vragen, zorgen, ervaren last, gedeelde doelen, talenten en mogelijkheden van jeugdigen en ouders zelf. 
  • Gezamenlijke en gelijkwaardige besluitvorming. Beslissingen worden gezamenlijk en in gelijkwaardigheid genomen. Het proces van besluitvorming is gericht op het informeren en het vergroten van de controle van de betrokkenen over besluiten die hun gezondheid en welbevinden aangaan. De volgende 6 stappen leiden tot gezamenlijk besluitvorming: 
     
  1. Wederzijds informatie uit wisselen (wat is er al geprobeerd? Welke mogelijkheden zijn er volgens de professional?) 
  2. Bedenktijd inlassen 
  3. Vragen of ze willen meebeslissen 
  4. Gezamenlijk een beslissing nemen 
  5. Gezamenlijk een plan opstellen en 
  6. Vervolgafspraken maken. 

Als meerdere hulpverleners betrokken zijn bij de jeugdige en het gezin, dan dient deze hulp gecoördineerd te worden. Als ouders zelf in staat zijn te sturen op afstemming en uitvoering van alle hulp en zorg, dan heeft dat de voorkeur en hoeft er geen zorgcoördinator aangewezen te worden. Als ouders zelf niet in staat zijn zo’n rol te vervullen dan moet vanuit een instantie de zorgcoördinator geleverd worden. Dit gebeurt van uit de principes van één gezin, één plan [187]

Het kan voorkomen dat de JGZ professional een signaal opvangt met betrekking tot de psychosociale ontwikkeling van het kind of de opvoed- en opgroeisituatie van een kind. Dan is het nodig om de zorgen met de ouders te delen, op een professionele wijze waarbij de ouders zich serieus genomen voelen en zonder dat er onnodig geproblematiseerd wordt. Dat vraagt specifieke competenties van de professional die verder toegelicht worden in de JGZ-richtlijn Opvoedondersteuning Deze linkt opent in een nieuw tabblad [194].

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback