Wanneer een JGZ professional een vermoeden heeft van een psychosociaal probleem en dit vermoeden moet verder onderzocht worden, dan is de school en voorschoolse voorzieningen (zoals de kinderopvang of de peuterspeelzaal) in de regel de eerst aangewezen partij om navraag te doen. Omgekeerd kan het ook zo zijn dat juist de leerkracht een psychosociaal probleem signaleert, en hierom contact opneemt met de JGZ professional. Het is belangrijk dat de JGZ afspraken maakt met school en de voorschoolse voorziening(en) over afstemming rondom deze kinderen. In een aantal gemeentes bestaan ook al voorschoolse zorgteams.
Kinderopvang en peuterspeelzaal
Voor kinderen jonger dan 4 jaar zijn professionals van de kinderopvang of de peuterspeelzaal een belangrijke bron van informatie voor de JGZ-professional. Bij twijfels of een kind een psychosociaal probleem heeft kan aanvullende informatie ingewonnen worden bij de pedagogisch medewerker of (ortho)pedagoog van de kinderopvang of peuterspeelzaal. Het inwinnen van informatie dient altijd plaats te vinden in overleg met de ouders. Over het algemeen is de sociaal-emotionele ontwikkeling van het hele jonge kind nog sterk gekoppeld aan de cognitieve en motorische ontwikkeling van het kind. Een kind dat niet goed in zijn vel zit, en psychosociale problemen heeft uit dat op jonge leeftijd veelal op meerdere domeinen.
Primair onderwijs
Voor kinderen ouder dan 4 jaar is de school een belangrijke bron van informatie voor de JGZ professional met betrekking tot psychosociale problemen. De leerkracht maakt het kind in verschillende situaties gedurende een langere tijd mee (in de klas, in de omgang met leeftijdgenoten) en kan het kind en diens gedrag vergelijken met leeftijdgenoten. Bij twijfels over de aanwezigheid van een psychosociaal probleem kan de leerkracht of een begeleidingsteam geraadpleegd worden over het functioneren van het kind op school. Ouders dienen in alle omstandigheden betrokken te zijn bij ieder overleg over hun kind. Het raadplegen van school of de voorschoolse voorziening zal daarom altijd in overleg, en na toestemming en zo mogelijk in aanwezigheid van de ouders plaatsvinden. De regel hierbij is dat de partij die signaleert of een vermoeden heeft van een psychosociaal probleem, het initiatief neemt om de ouders te informeren.
De zorgstructuur op school speelt een belangrijke rol in de signalering en aanpak van psychosociale problemen. Om die reden is het wenselijk dat een JGZ professional zitting heeft in deze zorgstructuur. Dit geldt ook voor scholen voor speciaal onderwijs. De zorgstructuur in het primair onderwijs bestaat uit directeur, IB-er, onderwijsspecialist (meestal een orthopedagoog) en een gezinsspecialist (jeugdarts, jeugdverpleegkundige, verpleegkundig specialist, schoolmaatschappelijk werker, en de betrokken ouders. Andere professionals (zoals een GZ psycholoog) kunnen op uitnodiging deelnemen aan het overleg. Vanuit de zorgstructuur kan ook de link gelegd worden met het sociale wijkteam en/of het bovenschoolse team (Zorg en Adviesteam).
Voortgezet Onderwijs
Wanneer een JGZ-professional een vermoeden heeft van een psychosociaal probleem (enkelvoudige problematiek) bij een adolescent, dan kan hij/zij contact opnemen met de mentor/docent van de leerling. Bij meer complexe problematiek (bijvoorbeeld rond schoolverzuim, problemen met middelengebruik) dan is het raadzaam dat de JGZ-professional de deskundigheid van een zorgteam inschakelt via de zorgcoördinator van de school van de leerling.
In een zorgteam kunnen de volgende disciplines een plaats hebben: de JGZ professional , een zorgcoördinator, een orthopedagoog/psycholoog, een vertegenwoordiger van Jeugdhulp, en de leerplichtambtenaar en op afroep politie en verslavingszorg. De deelnemers van het zorgteam zijn gezamenlijk verantwoordelijkheid voor de gang van zaken en uitvoering van functies in het team. Meestal fungeert de zorgcoördinator van de school als voorzitter. Voor de JGZ is het van belang om contact te hebben met de zorgcoördinatoren van de scholen in het werkgebied. Middels deze persoon kan het zorgteam ingeschakeld worden bij complexe problemen.