2.9 Risico- en beschermende factoren

JGZ-richtlijn Zindelijkheid

JGZ-richtlijn Zindelijkheid

Zindelijkheid

Urine

  • Een eerdere start van de zindelijkheidstraining (<24 maanden) geeft een kleinere kans op incontinentie overdag (OR 0.77), onafhankelijk van de manier van zindelijkheidstraining (kindgerichte versus oudergerichte methode) [56].
  • Een eerdere start van de zindelijkheidstraining (<24 maanden) geeft een kleinere kans op enuresis (OR 0.63), onafhankelijk van de manier van zindelijkheidstraining (kindgerichte versus oudergerichte methode) [56].
  • Start van de zindelijkheidstraining overdag < 12 maanden en voltooiing van de zindelijkheidstraining < 24 maanden geeft een kleinere kans op enuresis [73].
  • Het verlengd gebruik van luiers en het gebruik van een dwingende methode van zindelijkheidstraining geeft een grotere kans op enuresis [73].
  • Kindermishandeling (inclusief Vrouwelijke Genitale Verminking, VGV) kan invloed hebben op de leeftijd waarop een kind zindelijk wordt, aanleiding zijn tot regressie (terugval in zindelijkheid) of klachten van de urinewegen [83][69].
  • Kinderen die kinderopvang bezoeken, worden gemiddeld op ongeveer dezelfde leeftijd zindelijk als kinderen die thuis blijven [48]

 

Feces

  • Het bewust of onbewust “tegenhouden” van feces lijkt de belangrijkste oorzaak van het ontwikkelen en in stand houden van obstipatie op de kinderleeftijd [6].

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen