2.12 Wensen, behoeften en opvattingen van ouders

JGZ-richtlijn Zindelijkheid

JGZ-richtlijn Zindelijkheid

Zindelijkheid
  • 17% van de ouders ervoer onzekerheid, stress en/of frustratie over de zindelijkheidstraining. 30% van de ouders rapporteerde onzekerheid over het juiste moment om met zindelijkheidstraining te beginnen [59].
  • Tijdens het proces van zindelijkheidstraining krijgen ouders hulp van grootouders, kinderopvang- professionals en kleuterleidsters [42].
  • Ouders vinden het belangrijk dat grootouders de zindelijkheidstraining voortzetten [42].
  • Driekwart van de ouders (74%) vindt dat ouders en kinderopvang een gelijke rol zouden moeten spelen in de zindelijkheidstraining, de overige ouders vinden dat ouders de grootste rol zouden moeten spelen [59].
  • Ouders vinden de jeugdgezondheidszorg, huisarts en de kinderarts een betrouwbare bron van informatie over zindelijkheidstraining. Ook informatie van familie, vrienden, kinderdagverblijf professionals en kleuterleidsters werd zeer gewaardeerd en als betrouwbaar beschouwd [42].
  • Webapplicaties (apps voor smartphones en tablets) gericht op ouders werden door ouders over het algemeen gezien als een goede manier om ouders te informeren [42]. De meest gebruikte bron van informatie over zindelijkheidstraining (voor 41% van ouders) was het internet (opvoedingswebsites, blogs en sociale media) [47].
  • Ouders gaven de voorkeur aan een brochure via de reguliere post als een van de gemakkelijkste manieren om informatie te verkrijgen. De brochure zou gericht moeten zijn op ouders, in begrijpelijke taal zonder moeilijke of wetenschappelijke termen, met veel kleuren en illustraties [42]

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen