6.2.4 Samenwerken

JGZ-richtlijn Zindelijkheid

JGZ-richtlijn Zindelijkheid

Zindelijkheid

Rond het onderwerp zindelijkheid zijn goede samenwerking en afstemming tussen de verschillende betrokken professionals in de eerste en tweede lijn essentieel. Een goede samenwerking en afstemming bevordert de continuïteit in de zorg voor jeugdigen en ouders. Daarnaast komen goede samenwerking en afstemming ten goede aan de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg. 
Kenmerkend voor de JGZ-professional is de integrale visie, dat wil zeggen: de JGZ-professional kijkt niet alleen naar lichamelijke, psychische en sociale aspecten van de jeugdige, maar ook naar het sociale en fysieke leefmilieu van de jeugdige. In deze integrale werkwijze werkt de JGZ-professional samen met andere professionals die betrokken zijn bij de jeugdige en/of zijn leefomgeving, bijvoorbeeld het onderwijs en wijk- en buurtteams.

De volgende netwerkpartners kunnen betrokken zijn bij de signalering, begeleiding, verwijzing, diagnostisering en behandeling van (ouders van) kinderen met zindelijkheidsproblemen:

Voorschoolse voorzieningen en scholen

De JGZ kan in haar contacten met voorschoolse voorzieningen en scholen aandacht besteden aan kennisoverdracht rond het onderwerp zindelijkheid. Zo is het van belang dat er men zich bewust is van de rijpheidssignalen, de juiste aanpak bij het zindelijkheidsproces en het belang van samenwerking met ouders qua aanpak.

Daarnaast is het van belang dat er op tijd gesignaleerd wordt dat een kind mogelijk niet zindelijk gaat zijn voor de start op de basisschool. De JGZ kan dan worden benaderd voor evaluatie en eventuele begeleiding.

Huisarts

Verwijzing naar de huisarts is wenselijk bij verdenking op een urineweginfectie of indien er sprake is van obstipatie (met het verzoek medicatie te overwegen). Het is van belang dat de huisarts op de hoogte is van de mogelijkheden van de JGZ, zoals begeleiding op het gebied van zindelijkheidsproblematiek.

Bij rechtstreekse verwijzing naar het ziekenhuis of andere hulpverlening brengt de JGZ de huisarts op de hoogte (bijvoorbeeld via een kopie van de verwijzing). 

Eerstelijnszorg (kinder(bekken)fysiotherapeut)

De JGZ kan zo nodig rechtstreeks verwijzen naar hulpverleners in de eerste lijn, zoals de kinder(bekken)fysiotherapeut. Dit kan bijvoorbeeld als begeleiding door de JGZ onvoldoende resultaat heeft.

Ziekenhuis (kinderarts, kinderuroloog, specialistische poli’s)

De JGZ kan zo nodig rechtstreeks verwijzen naar de tweede lijn, bijvoorbeeld als er sprake is van alarmsymptomen of als begeleiding door de JGZ onvoldoende resultaat heeft.

In veel regio’s worden regionale (transmurale) werkafspraken gemaakt tussen kinderartsen, huisartsen en JGZ. Dit bevordert de kennis over elkaars (on)mogelijkheden en de samenwerking tussen alle partijen.

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen