1.1 Leeswijzer

JGZ-richtlijn Extremiteiten

Extremiteiten

De richtlijn start met een korte inhoudelijke inleiding met daarin informatie over het lichamelijk onderzoek, het beoordelen van het looppatroon en het neurologisch onderzoek.

In sectie 2.2 worden algemene aandoeningen aan de extremiteiten beschreven, met aanbevelingen voor het beleid door JGZ-professionals: tenenloop, toeing-in en hypermobiliteit.

In sectie 2.3 worden standsafwijkingen aan de extremiteiten beschreven, met aanbevelingen voor het beleid door JGZ-professionals: polydactylie, syndactylie, camptodactylie, triggervinger, O- en X-benen (genua vara en genua valga), beenlengteverschil, klompvoet (pes equinovarus), hakvoet (pes calcaneus), metatarsus adductus, metatarsus primus varus, krulteen en platvoeten.

In sectie 2.4 worden pijnklachten aan de extremiteiten beschreven, met aanbevelingen voor het beleid door JGZ-professionals: coxitis fugax, epifysiolysis capitis femoris, ziekte van Perthes, Osgood-Schlatter, ziekte van Sever en groeipijn.

* De verpleegkundig specialist preventieve zorg is een verpleegkundige met een BIG geregistreerde masteropleiding die werkzaamheden van het medisch domein combineert met die van het verpleegkundig domein binnen het eigen deskundigheidsgebied en zij werkt op expertniveau. Zij is binnen dit expertisegebied o.a. bevoegd om zelfstandig te werken, diagnoses te stellen en te verwijzen waar nodig is. De verpleegkundig specialist is lid van het JGZ-team, zij maakt net als de andere teamleden gebruik van de expertise van collega’s en speciaal van de jeugdarts als het gaat om complexe medische problematiek.

 

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback