De uitvoering en beoordeling van het lichamelijk onderzoek worden door de jeugdarts* verricht. De jeugdarts verricht een compleet lichamelijk onderzoek, hierbij kunnen ook dysmorfe kenmerken en andere aanwijzingen voor syndromale aandoeningen aan de extremiteiten worden gesignaleerd. De jeugdarts combineert de bevindingen bij lichamelijk onderzoek en anamnese met de medische voorgeschiedenis van de jeugdige, en stelt een differentiaaldiagnose op.
De jeugdverpleegkundige observeert de jeugdige en bij twijfel over uitwendig zichtbare bijzonderheden overlegt zij met de jeugdarts.
Het onderzoek van de extremiteiten en/of gewrichten bestaat uit de volgende onderdelen:
- Inspectie. Hierbij wordt onder andere gelet op zwelling, afwijkende vorm, kleur of stand, littekens, spieratrofie.
- Palpatie. Hierbij wordt onder andere gelet op zwellingen, pijn of gevoeligheid, warmte.
- Beweging. Hierbij worden zowel actieve (waarbij de jeugdige de extremiteit zelf beweegt) als passieve (waarbij de onderzoeker de extremiteit beweegt) bewegingen onderzocht.
- Zo nodig specifieke testen per gewricht.
Daarnaast worden de volgende aspecten beoordeeld:
- Houding
- Looppatroon
- Motorische ontwikkeling