2.5 Epidemiologie

JGZ-richtlijn Zindelijkheid

JGZ-richtlijn Zindelijkheid

Zindelijkheid

Urine

  • Kinderen lijken tegenwoordig op latere leeftijd zindelijk te worden. In de jaren 1950 was de gemiddelde leeftijd waarop zindelijkheidstraining overdag werd voltooid 28,5 maanden, >97% van de kinderen had deze mijlpaal bereikt tegen de leeftijd van 36 maanden [74]. Latere studies suggereren dat slechts 40% tot 60% van de kinderen de training heeft voltooid tegen de leeftijd van 36 maanden [48][44][43]. Onderzoek in Nederland liet zien dat de mediane leeftijd waarop kinderen in 1996 overdag zindelijk waren significant later was dan in 1966: 32,6 versus 25,9 maanden voor jongens en 29,7 versus 21,5 maanden voor meisjes [65].
  • Meisjes hebben vaker last van urine-incontinentie dan jongens [55]. Jongens hebben vaker last van enuresis dan meisjes [70][52]. Dit geslachtsverschil is, alhoewel dan niet meer zo duidelijk, nog steeds aantoonbaar in de adolescentie [52].
  • Incontinentie overdag komt voor bij naar schatting 3-8% van de 4-7-jarigen [64][44][57]. In een Nederlandse studie bleek 18,8% van de 8-17 jarigen in de afgelopen 6 maanden een vorm van incontinentie overdag te hebben ervaren [55]. De variatie in prevalentiecijfers is mogelijk het gevolg van de verschillende definities die in de studies worden gehanteerd.
  • Enuresis komt voor bij naar schatting 5-10% van de 7-jarigen. De prevalentie bij tieners is naar schatting 3%, terwijl naar schatting 0,5-1% van volwassenen last heeft van enuresis [76][64][62][57]

 

Feces

De meeste kinderen worden tussen hun tweede en derde verjaardag zindelijk voor feces [58][37]. Meer dan 95% is voor de vierde verjaardag zindelijk voor feces. Meisjes zijn eerder zindelijk voor feces dan jongens. 

  • De defecatiefrequentie is afhankelijk van de leeftijd, het voedingspatroon en ook van een genetische component. Bij ruim 90% van de kinderen zal de meconiumlozing binnen 24 uur na de geboorte optreden (48 uur bij prematuren). Borstvoeding geeft meestal een hogere defecatiefrequentie en een zachtere consistentie van de feces dan kunstvoeding (zie tabel 1). De spreiding in de defecatiefrequentie bij borstvoeding is groter dan bij kunstvoeding (zie tabel 1). Experts benoemen dat bij borstvoeding de defecatiefrequentie kan variëren ‘van 10/dag tot 1x/10 dagen’. 

 

Tabel 1: Defecatiefrequentie per leeftijd (gebaseerd op [80]).

Leeftijd

Defecatiefrequentie/

week (range)

Defecatiefrequentie /

dag (range)

0-14 weken 22 (4-35) 3 (1-5)
  • Borstvoeding
23 (9-38) 3 (1-5)
  • Kunstvoeding
14 (5-24) 2 (1-3)
  • Gemengde voeding
21 (7-30) 3 (1- 4)
14 weken – 4 jaar 11 (7- 17) 2 (1- 2)

 

  • De prevalentie van obstipatie op de kinderleeftijd (0-18 jaar) varieert van 0.5% tot 32.2% in Westerse en niet-Westerse landen, met een gepoolde prevalentie van 9.5% [7].
  • Fecale incontinentie komt voor bij 1-4% van de kinderen ouder dan 4 jaar in Nederland [75][35]. In een onderzoek in Amsterdam bij schoolkinderen van groep 3 (5-6 jaar) en groep 7 (11-12 jaar) was de prevalentie respectievelijk 4,1% en 1,6% [35].
  • Bij ten minste 80% van de kinderen met fecale incontinentie is de incontinentie het gevolg van (ernstige) obstipatie [79][54][35].
  • Incontinentie zonder obstipatie komt voornamelijk bij jongens voor (80-90%) [77][31].
  • In de adolescentie blijkt 15-30% van de kinderen met fecale incontinentie hier nog steeds klachten van te hebben. Vaak is dit nog altijd het gevolg van chronische obstipatie [45][34][31].

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen