2.2.2 Leeftijd en ADHD

JGZ richtlijn ADHD (2015)

ADHD

Gedurende de ontwikkeling van kind naar volwassene verandert het beeld van de ADHD-problematiek. Staan in de vroege kinderjaren de gedragsproblemen vaak voorop, tijdens de basisschool komen de problemen met taakgerichtheid meer naar voren. In de kindertijd wordt bijvoorbeeld bij ongeveer een kwart van de jeugdigen met ADHD ook een leerstoornis aangetroffen.

Juist op jonge leeftijd is er het gevaar van onder- én overdiagnosticeren van ADHD. Onderdiagnosticeren kan berusten op de overlap met normale vormen van hyperactiviteit of aandachtstekort in deze leeftijdsfase. Overdiagnosticeren kan ook berusten op de overlap met normaal gedrag, maar ook met het hiervoor beschreven verschijnsel dat andere stoornissen zich in een vroege fase vooral manifesteren in de vorm van hyperactiviteit of aandachtstekort.

De betrokken professionals dienen bekend te zijn met de verschillende leeftijdsgroepen en de normale ontwikkelingsstadia naast de kenmerken van ADHD waarop deze zich manifesteert.

De diagnostiek van ADHD is geen statisch, dichotoom beslissingsproces, maar kan door diverse factoren (leeftijd, informant, omgevingsfactoren) worden beïnvloed.
Te hoge verwachtingen t.a.v. ‘jonge leerlingen’ kunnen binnen de schoolse setting leiden tot een onterecht signaleren van druk gedrag. Een optimale omgeving kan de symptomatologie dusdanig hanteerbaar maken dat bijvoorbeeld niet wordt voldaan aan het criterium van beperkingen in meer dan 1 setting, maar bij een verandering van de omgeving (bijv. een minder optimaal schoolklimaat of overgang naar vervolgonderwijs) kan de problematiek alsnog duidelijk worden.

 

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback