4.5.2 Seksuele gevoelens 0 – 6 jaar

JGZ richtlijn Seksuele ontwikkeling (2014)

Seksuele ontwikkeling

Er is nauwelijks onderzoek bekend of uitgevoerd naar seksuele gevoelens bij kinderen tot 6 jaar. Vanuit ethisch oogpunt wordt onderzoek rondom seksuele gevoelens bij jonge kinderen niet gestimuleerd. Onderzoek dat zicht geeft op mogelijke seksuele gevoelens bij jonge kinderen, kan ongewenste maatschappelijke gevolgen hebben. Zo kan seksueel misbruik – vanuit het perspectief van de misbruiker – mogelijkerwijs goedgepraat worden als er sprake is van seksuele gevoelens bij het kind. Ook schieten onderzoeksmethoden tekort. Onderzoek naar seksuele gevoelens bij 0- tot 6-jarigen bestaat vooral uit observatie en retrospectief onderzoek. 

Seksuele opwinding

De onderzoeker Galenson observeerde in 1990 onder kinderen vanaf 15 tot 19 maanden uitingen van seksuele opwinding, in de vorm van blozen, zweten en een verhoogde ademhaling [41]. Op basis van dit onderzoek kan gesteld worden dat seksuele opwinding onder kinderen vanaf 15 maanden voor kan komen. Ook blijkt dat kinderen vanaf 4 jaar gevoelens van verliefdheid kunnen omschrijven [27]. Andere onderzoeken over seksuele gevoelens gaan over kinderen vanaf 6 jaar. 

Actie: De JGZ-professional dient ouders zo nodig te vertellen dat uitingen van seksuele opwinding bij kinderen vanaf 15 maanden voor kunnen komen en dat deze opwinding deel uitmaakt van een gezonde seksuele ontwikkeling. 

Seksuele beelden

Over de confrontatie met seksuele beelden en beelden van seksuele opwinding (in het echt en via de media) is onder jonge kinderen (0 tot 6 jaar) nog weinig bekend. De verwachting is echter dat peuters en kleuters seksueel getinte beelden anders interpreteren dan volwassen, omdat ze nog geen duidelijk referentiekader gevormd hebben over seksualiteit en seksuele opwinding. Verwacht wordt dat jonge kinderen seksuele opwinding of seksueel getinte beelden als ruzie of agressie interpreteren [76]. Ouders kunnen hierin een opvoedende rol spelen, door het kind een kader te bieden en uit te leggen wat het gezien heeft (bijvoorbeeld als het kind ouders per ongeluk heeft zien vrijen), om zo onnodige angstgevoelens te voorkomen. 

Actie: De JGZ-professional dient ouders zo nodig te vertellen dat jonge kinderen seksuele beelden nog niet goed kunnen interpreteren. Ouders kunnen het kind een kader bieden en op een leeftijdsadequate manier uitleggen wat het kind gezien heeft.

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback