5.3 Handvatten voorlichting en begeleiding 12 tot 19 jaar

JGZ-richtlijn Seksuele ontwikkeling

Seksuele ontwikkeling

De JGZ-professional ziet kinderen in deze leeftijdsfase meestal 1 à 2 keer. Meestal rond de 13 à 14 jaar en sinds kort op 15- of 16-jarige leeftijd (extra 14+-contactmoment). Jongeren kunnen verwezen worden naar Sense-spreekuren of de Sense-infolijn indien zij specifieke vragen of problemen hebben op het gebied van seksualiteit.

Veelgestelde vragen van jongeren

Vanaf een jaar of 12 komen kinderen in de puberteit. Ze worden zelfstandiger en zetten hun eerste stappen in hun ‘seksuele carrière’. Ze beginnen met tongzoenen, voelen/strelen, vingeren/aftrekken en geslachtsgemeenschap. Ook ontdekken pubers in deze fase hun seksuele voorkeur en leren ze hun wensen en grenzen aan te geven. De centrale thema’s voor 12- tot 19-jarigen zijn: relaties en verliefdheid, seksuele oriëntatie, seksueel gedrag (masturbatie, zoenen, voelen onder de kleren, elkaar bevredigen, geslachtsgemeenschap, orale/anale seks, porno), seksuele gevoelens/opwinding, genderidentiteitsontwikkeling, anticonceptie/voorbehoedsmiddelen, soa’sa, (ongeplande) zwangerschap, wensen en grenzen/weerbaarheid en seksuele grensoverschrijding, omgang met media, positieve en negatieve ervaringen.

Jongeren vinden het over het algemeen zelf niet gemakkelijk om vragen aan professionals te stellen over seksualiteit en relaties. Ze hebben zelf vaak wel vragen, maar voelen zich soms onzeker of schuldig op dit terrein. De JGZ-professional informeert jongeren proactief en maakt seksualiteit bespreekbaar.

Veelgestelde vragen van jongeren:

  • Hoe weet ik of ik een soa heb?
  • Hoe ziet een vrouwen- of mannenlichaam eruit?
  • Hoe vertel je iemand dat je verliefd op hem/haar bent?
  • Mijn penis is een beetje krom, is dat normaal?
  • Mijn borsten zijn zo klein, komt dit nog goed?
  • Hoe lang duurt een normale ongesteldheid en hoeveel kramp heb je dan?
  • Als je de pil een paar maanden doorslikt en een paar dagen vergeet, hoeveel kans heb je dan om zwanger te worden?
  • Als ik moet blozen als een jongen naar me kijkt, ben ik dan homoseksueel?

Reacties op vragen en zorgen
Voor jongeren is het niet altijd eenvoudig om vragen te stellen aan professionals over seksualiteit. Schaamte, onervarenheid of schuldgevoelens kunnen hierbij een rol spelen. Voor het ondersteunen van jongeren in hun seksuele ontwikkeling zijn in paragraaf 3.4.4 tips opgenomen om seksualiteit met jongeren bespreekbaar te maken.

Op welke leeftijd kun je wat bespreken?
In deze leeftijdsfase zijn veel verschillende thema’s relevant. Denk voor jongeren van 12 tot 19 jaar bijvoorbeeld aan: de seksuele carrière, (voorbereiding op) de eerste keer seks, flirten op internetsites, interesse in porno/erotisch materiaal, wensen en grenzen in een relatie, seksuele oriëntatie, genderidentiteitsontwikkeling, seksuele risico’s en grensoverschrijding [105].

Voorbeelden
De JGZ-professional kan de verschillende relevante thema’s op onderstaande wijze bespreekbaar maken.

  • Seksuele carrière. Voor de meeste jongeren verloopt de seksuele ontwikkeling stapsgewijs (zoenen, tongzoenen, strelen, naakt vrijen, geslachtsgemeenschap, orale seks). Ouders en de JGZ-professional kunnen jongeren betrouwbare informatie geven over relaties en seksualiteit, bijvoorbeeld door jongeren te wijzen op www.sense.info en jongeren foldermateriaal (pubergidsen) mee te geven. 
  • Eerste keer seks. Sommige jongeren doen al op zeer jonge leeftijd ervaring op met geslachtsgemeenschap (7% op 12- tot 14-jarige leeftijd), de zogenaamde vroege starters. De eerste keer seks, met name op jonge leeftijd, wordt niet altijd als prettig ervaren. Laat weten dat iedere puber hierin een eigen tempo heeft en dat de ander je niet onder druk mag zetten. Als er sprake is van een groot leeftijdsverschil tussen de partners, kan seksualiteit verschillend beleefd worden. Als de ander seksueel meer ervaren is en ouder, kan het lastig zijn goed voor eigen wensen en grenzen op te komen. Leg uit dat dwang of overhalen niet thuishoort in een gelijkwaardige relatie.
  • Interesse in porno/erotisch materiaal. Bij veel jongeren (vooral jongens) groeit de interesse in erotisch materiaal vanwege nieuwsgierigheid en opwindende gevoelens. Ook dit is veelvoorkomend gedrag en hoort bij een gezonde seksuele ontwikkeling. De JGZ-professional dient jongeren te informeren over het realiteitsgehalte van erotisch materiaal, om zo te voorkomen dat jongeren een irreëel beeld ontwikkelen over wat ‘normaal’ is in seks en waar jongens/meisjes van genieten tijdens seks. 
  • Flirten op internet/datingsites. Internet en/of mobiele applicaties spelen een belangrijke rol bij het contact leggen en/of flirten onder jongeren. Wijs jongeren op de voor- en nadelen van digitale communicatie (zie ook www.kindonline.nl), de risico’s en hoe ze hier verantwoord mee om kunnen gaan. 
  • Wensen en grenzen in relaties. Jongeren doen vanaf deze leeftijd ervaring op met relaties (verliefdheden, verkering maar ook eerste seksuele contacten). Een belangrijk aandachtspunt is de communicatie over wensen en grenzen. Maak duidelijk dat lang niet alle jongeren meteen weten wat ze wel en niet prettig vinden en dat het lastig is om wensen en grenzen aan te geven. Wijs jongeren op ‘Can you Fix It’ (filmpjes op www.sense.info), waar jongeren kunnen oefenen met het aangeven van eigen wensen en grenzen en het herkennen van andermans wensen en grenzen. Ouders kunnen informatie vinden op www.uwkindenseks.nl
  • Seksuele oriëntatie. Sommige jongeren worstelen met hun seksuele voorkeur, onder andere vanwege een geringe zelfacceptatie of geringe acceptatie in hun eigen omgeving. Het is belangrijk aan te geven dat seksuele diversiteit normaal is en dat iedereen het recht heeft hier op eigen wijze uiting aan te geven. Wijs jongeren voor meer informatie naar www.sense.info of www.allesovergay.nl
  • Genderidentiteit. Soms vertonen jongeren sterk atypisch gendergedrag en/of zijn ze ontevreden over hun eigen geslacht. Veelal wordt in de puberteit duidelijk of dit gedrag/gevoel blijvend van aard is. In het literatuuronderzoek (hoofdstuk 2) en de overzichtskaarten is duidelijk beschreven wanneer mogelijk sprake is van genderdysforie en wat de JGZ-professional dan doet. 
  • Seksuele risico’s. Jongeren moeten weten wat de risico’s van onveilige seks kunnen zijn: seksueel overdraagbare aandoeningen en ongeplande zwangerschap. De JGZ-professional kan jongeren vertellen over anticonceptiemethoden en de morning-afterpil of wijzen op relevante informatiebronnen zoals Sense.info, de infolijn en Sense-spreekuren. De website www.anticonceptievoorjou.nl is een handig zelfkeuze-instrument voor jongeren die anticonceptie overwegen. 
  • Seksuele dwang en grensoverschrijding. Seksuele dwang en overhalen komen nog steeds veel voor. Maak duidelijk dat ook deze onderwerpen bespreekbaar zijn bij de JGZ. Indien er sprake is van een strafbaar feit (zie ook hoofdstuk 7, Juridische kaders) kan men overwegen een melding of aangifte te doen bij de politie. Tevens kan een gesprek of onderzoek bij de huisarts zinvol zijn of hulp gewenst zijn bij de verdere verwerking.

 

Begeleiding van de seksuele ontwikkeling

Soms hebben jongeren extra begeleiding of ondersteuning nodig. Dit kan zijn vanwege seksueel gedrag wat schadelijk voor henzelf of anderen is of vanwege seksuele risico’s. De JGZ-professional kan onderstaande voorbeelden gebruiken bij het bieden van begeleiding en ondersteuning aan jongeren en jongeren bij seksuele problemen en wijzen op de Sense-spreekuren (zie www.sense.info).

Casus 1: Digitaal daten/sexting.
Een jongen van 16 jaar had met instemming van zijn vriendin (15 jaar) een bloot filmpje van haar gemaakt. Na een paar maanden maakte zijn vriendin de verkering uit. Hij was hier zo boos over dat hij het filmpje doorstuurde naar twee vrienden. Zonder dat hij het wist, hebben zij het filmpje op Facebook gezet. Het meisje schaamde zich diep en durfde niemand meer onder ogen te komen.

Het maken en verspreiden van filmpjes met geseksualiseerde beelden is in principe strafbaar. In dit geval hadden beiden hier aanvankelijk samen mee ingestemd, maar heeft de jongen nadien de consequenties van zijn eigen daden niet goed overzien. Het is belangrijk jongeren tijdig te informeren over de risico’s en de gevolgen van dergelijk gedrag en dit gedrag te begrenzen. De filmpjes moeten zo snel mogelijk verwijderd worden van internet. Ook de twee vrienden moeten gewezen worden op de gevolgen en aangesproken worden op hun gedrag. Voor het meisje moet gekeken worden of extra zorg nodig is.

Casus 2: seksueel gedrag
Seksueel gedrag zoals het aanwrijven van het eigen lichaam tegen dat van anderen, lolitagedrag (verleidelijk gedrag ten aanzien van volwassenen), eenmalig gluren, eenmalig seksuele plagerijen, grote interesse in porno, opvallend bezig zijn met seks, promiscue gedrag en geslachtsgemeenschap op zeer jonge leeftijd (12 tot 14 jaar) hoeft niet direct zorgwekkend te zijn, maar is belangrijk om te begrenzen [40]. Ook kunnen andere professionals hun zorgen over dit gedrag uiten. Vertel jongeren, ouders en professionals in hun omgeving dat het belangrijk is om het gedrag te benoemen, te begrenzen en uit te leggen waarom het begrensd wordt [40]. Jongeren zijn aan het experimenteren en zijn aan het leren dat sommige gedragingen zichzelf of anderen schade toebrengen. Mogelijkerwijs overzien ze zelf deze risico’s nog onvoldoende.

Casus 3: onzekerheid over seksuele identiteit of ervaringen met discriminatie/pesten vanwege seksuele voorkeur.
Een jongen van 15 jaar merkt dat hij verliefd is op een jongen in zijn klas. Hij is hierover in verwarring en is bang dat als zijn klasgenoten hierachter komen ze hem uitmaken voor mietje. Hij is nog nooit eerder verliefd geweest op een jongen en viel altijd op meisjes.

Jongeren kunnen zich in deze fase onzeker voelen over hun seksuele voorkeur, zichzelf hierin niet accepteren of last hebben van of bang zijn voor negatieve reacties uit hun omgeving. De JGZ-professional dient stil te staan bij de twijfels van jongeren over de eigen seksuele identiteit, de mate van zelfacceptatie en mogelijke negatieve reacties uit sociale omgeving. Het is belangrijk om informatie geven over de seksuele ontwikkeling en seksuele voorkeur en steun of hulp bij een eventuele coming-out.

Rachel (15)
‘Ik zou me eigenlijk wel ongemakkelijk voelen als een arts of verpleegkundige mij een vraag zou stellen over seks. Maar als je ergens mee zit, kun je er dan wel makkelijker over beginnen.’
 

Stappen voor de begeleiding van jongeren

De JGZ-professional dient vragen en zorgen van jongeren serieus te nemen en jongeren de ruimte te geven om hun eigen verhaal te vertellen. Hiervoor is een vertrouwensrelatie van groot belang. De JGZ-professional dient jongeren op hun gemak te stellen en uit te leggen dat veel jongeren vragen of zorgen hebben over hun relaties en seksualiteit. De JGZ-professional laat jongeren zien dat ze bij de JGZ terechtkunnen voor vragen over dit onderwerp en wijst hen op Sense.info of Sense-spreekuren in de regio. De JGZ-professional probeert een goed beeld te krijgen van de behoefte of vraag van jongeren. En onderzoekt of de jongere een informatieve vraag heeft of behoefte heeft aan intensievere begeleiding. Willen ze bijvoorbeeld leren hoe ze beter hun grenzen kunnen aangeven? Of willen ze hulp vanwege negatieve ervaringen? De JGZ-professional nodigt de jongere zelf uit na te denken over verantwoord seksueel gedrag en het maken van seksueel gezonde keuzes.

De volgende stappen kunnen de JGZ-professional helpen bij het ondersteunen van jongeren.

  • Stap 1: vragen en zorgen serieus nemen. De JGZ-professional neemt de vragen en zorgen van de jongere serieus en geeft ruimte aan de eigen visie en kijk op het seksuele gedrag van de jongere zelf. 
  • Stap 2: doorvragen. Voor een goede begeleiding vraagt de JGZ-professional door naar feiten, beleving, context en achterliggende motivaties/redenen voor het seksuele gedrag van de jongeren. Spreek de jongeren niet op een beschuldigende manier aan, maar leg uit dat het belangrijk is om de situatie goed in beeld te krijgen. Waar maken ze zich vooral zorgen om/waar hebben ze met name vragen over? 
  • Stap 3: criteria doornemen. De JGZ-professional vraagt de jongeren wat voor hen seksueel verantwoord gedrag inhoudt en bespreekt de verschillende criteria (3.2.2) en de evidence uit hoofdstuk 2 (inclusief de handelingsadviezen). Als de jongere al wat ouder is, kan hij of zij zelf leren het gedrag te duiden en te kijken wat hij of zij een volgende keer in zo’n situatie zou kunnen doen. Als er sprake is van gedrag waarvoor doorverwezen dient te worden, verwijst de JGZ-professional door. 
  • Stap 4: begeleiding bepalen. Vraag de jongere waarbij ze ondersteuning willen, van wie en hoe. Wijs de jongere onder andere op de Sense-spreekuren in de regio. Vraag ook in hoeverre ouders op de hoogte zijn (zie hoofdstuk 7, Juridische kaders, wanneer bij kinderen van 12 tot 16 jaar toestemming van ouders ook vereist is).

 

Tips om seksualiteit te bespreken met jongeren

Jongeren vinden het over het algemeen zelf niet gemakkelijk om vragen aan professionals te stellen over seksualiteit en relaties. De volgende tips kunnen de JGZ-professional helpen bij het bespreekbaar maken van seksualiteit en de seksuele ontwikkeling met jongeren.

  • Wie begint? Jongeren vinden het niet altijd gemakkelijk om over relaties en seksualiteit vragen te stellen. Ze vinden het privé, gênant en soms zijn ze gewoon onzeker. Start zelf een gesprek, wacht niet op de jongere. Refereer desnoods in het gesprek aan kennis uit onderzoek over jongeren. Bijvoorbeeld: ‘Wij weten dat veel jongeren die al jong seksueel actief zijn, niet altijd leuke ervaringen hebben met seks.’ En/of: ‘Misschien heb je dit zelf ook meegemaakt of ben je niet goed voorbereid op seks. Ik kan je hier informatie over geven.’
  • Privacy. De meeste jongeren krijgen steeds meer behoefte aan privacy. Voor sommige jongeren is het daarom voldoende om te weten dat ze met vragen over seks ook bij de JGZ terechtkunnen. Andere jongeren stellen gemakkelijk intieme vragen. De JGZ-professional kan jongeren ook vragen of ze personen in hun eigen omgeving hebben die ze in vertrouwen kunnen nemen of om advies kunnen vragen bij problemen of vragen over seksualiteit. Respecteer de privacy van jongeren, maar ga een gesprek niet uit de weg. Licht ook toe waarom je bepaalde vragen stelt. 
  • Veilige sfeer. De jongere moet zich op z’n gemak voelen bij dit onderwerp. Zorg voor een prettige sfeer. Soms praten meisjes makkelijker over dit onderwerp met vrouwelijke dan met mannelijke professionals en vice versa.
  • Klikt het? Soms ‘klikt’ het met de ene jongere gewoon beter dan met de andere. Juist bij een gesprek over relaties en seksualiteit kan deze ‘klik’ belangrijk zijn. De JGZ-professional kan merken dat een jongere dichtklapt bij vragen over dit onderwerp. Verwijs de jongere dan naar een collega, de chat of mail van de Sense-infolijn of het Sense-spreekuur. 
  • Vragen en behoeften van jongeren. Verschillende inventarisaties laten zien dat jongeren veel vragen hebben over relaties en seksualiteit, het vrouwelijke en mannelijke lichaam, soa’s, anticonceptie, seksueel misbruik, vervelende seksuele ervaringen, pijn bij het vrije en (ongeplande) zwangerschap. Het liefst willen ze weten hoe ze seks leuker kunnen maken. De JGZ-professional kan deze onderwerpen gebruiken om ook andere onderwerpen aan de orde te stellen, zoals de kwaliteit van de relatie, de beleving van seksualiteit en eigen wensen en grenzen. 
  • Websites en folders. Jongeren hebben op deze leeftijd steeds meer behoefte aan zelfstandigheid. Ze zoeken het zelf wel uit, hebben geen vragen of weten alles al. Toch valt dat in de praktijk vaak tegen. Gebruik folders, websites of brochures om jongeren informatie te geven. Een betrouwbare website voor jongeren tussen de 12 en 25 jaar is www.sense.info of wijs hen op de Sense-infolijn of Sense-spreekuren.
  • Vragenlijsten. Een verontrustend signaal of een verontrustende uitkomst van een vragenlijst kan aanleiding zijn voor een individueel gesprek. Zo kunnen jongeren bijvoorbeeld op 15-/16-jarige leeftijd een EMOVO-vragenlijst invullen en als blijkt dat jongeren op seksueel gebied problemen of vragen hebben, kan verwezen worden naar de JGZ. De JGZ kan ook op scholen spreekuren houden waarbij seksualiteit een van de onderwerpen is.

‘Ik zou het niet fijn vinden om met een vreemde over seksualiteit te praten. Maar ik vind wel dat het moet kunnen. Een algemeen gesprek vind ik niet zo erg, maar een persoonlijk gesprek wel.’

Joris, 15 jaar

Aanbevelingen van jongeren

In gesprekken met jongeren over de vraag of zij vragen over seksualiteit met de JGZ zouden bespreken kwamen verschillende aandachtspunten naar voren ([71]. De respondenten waren voornamelijk Nederlandse havoscholieren van een kleine gemeente. Ook deze jongeren gaven een beeld wat overeenkomt met ander onderzoek: namelijk dat ze het zelf lastig vinden om vragen te stellen (de drempel te hoog vinden). Tips om de drempel te verlagen van de jongeren zelf zijn:

  • Algemeen. Een algemeen praatje over seksualiteit heeft een drempelverlagende werking. Jongeren stellen dan eerder zelf vragen en doen ze dit niet, dan krijgen ze toch de informatie zonder dat ze persoonlijk hoeven te worden.
  • Veilige sfeer. De jongeren willen zich veilig voelen. Als de JGZ-professional erin slaagt een veilige sfeer te creëren, is het mogelijk dat de gesprekken persoonlijker worden. 
  • Seksuele risico’s. In meer algemene zin praten over seksuele risico’s is een ingang om meer persoonlijke vragen over seksuele risico’s te stellen. 
  • Chat en mail. Jongeren vinden het soms prettig om ‘anoniem’ met een hulpverlener te chatten of mailen over seksuele vragen of problemen. Wijs hen op de Sense.infolijn en kijk op www.sense.info of kijk of er chat- en mailmogelijkheden zijn binnen de JGZ.

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback