3.1.2 Theoretische verklaringsmodellen seksueel gedrag 

JGZ-richtlijn Seksuele ontwikkeling

Seksuele ontwikkeling

In de gezondheidsbevordering worden verschillende modellen gebruikt om seksueel riskant gedrag van jongeren te verklaren of duiden (Schutte, 2010). 

De meest bekende modellen zijn:
a. de theorie van gepland gedrag [2]
b. het health belief model [86]
c. de protectieve-motivatietheorie ([85]
d. de sociaal-cognitieve theorie [1]
e. het seksuele-interactiecompetentiemodel [108].
 

Voor de volledigheid worden de eerste drie modellen kort toegelicht. De sociaal-cognitieve theorie en het sociaal interactieve verklaringsmodel worden bij de beschrijving van risico- en beschermende factoren in dit hoofdstuk als uitgangspunt genomen.

Theorie van gepland gedrag
In de theorie van gepland gedrag wordt gesteld dat het gedrag het best te voorspellen is door jongeren te vragen of ze van plan zijn dat gedrag te vertonen: de gedragsintentie. De gedragsintentie wordt bepaald door de eigen opvattingen, opvattingen van anderen en de eigen inschatting om het gedrag uit te kunnen voeren.

Health belief model
Het besluit van jongeren om zich seksueel gezond te gedragen wordt bepaald door de ervaren gezondheidsdreiging (bijvoorbeeld zwangerschap, soa/hiv) en de evaluatie van het aanbevolen gedrag. Zij laten zich bijvoorbeeld screenen op soa als ze denken dat ze een gezondheidsrisico lopen en weten dat dit ernstige consequenties kan hebben. Het bewustzijn van de vatbaarheid en het bewustzijn of besef over de ernst van de gevolgen vormen dus samen de risicoperceptie.

Protectieve-motivatietheorie
Volgens deze theorie kunnen jongeren op twee manieren reageren op informatiebronnen: adaptieve respons (gedrag gericht op bescherming van de gezondheid) en maladive respons (gedrag dat niet goed is voor de gezondheid). Een verhoogde angst zal leiden tot verhoogde inschatting van de ernst en vatbaarheid waardoor de kans wordt vergroot om zich te beschermen.

Sociaal-cognitief verklaringsmodel
Er zijn verschillende sociaal-cognitieve verklaringsmodellen voor gezond gedrag. Onderstaand model is de meestgebruikte theorie om seksueel gedrag onder jongeren te verklaren of te duiden. Dit model is gebaseerd op een review van een groot aantal sociaal-cognitieve modellen.

Figuur 1: Sociaal-cognitief model van gedragsdeterminanten [1].

 

In dit model gaat men ervan uit dat gedrag wordt bepaald door verwachtingen en intenties om dit gedrag te vertonen. De intentie wordt beïnvloed door de volgende factoren:

Attitude Opvattingen over het gedrag en waarderingen ten opzichte van de voor- en nadelen van het gedrag.
Sociale invloeden Inschattingen van wat belangrijke anderen van het gedrag vinden, wat belangrijke anderen doen en sociale druk.
Eigen inschatting effectiviteit De (eigen) inschatting dat iemand het gedrag kan uitvoeren in verschillende contexten en onder verschillende omstandigheden.
Identiteitsoverwegingen De mate waarin het gedrag in overeenstemming of tegenspraak is met het zelfbeeld.

 

In bovenstaand model wordt kennis niet genoemd, maar kennis maakt wel deel uit van gezondheidsbevorderingsmodellen [39]. In gezondheidsbevorderingsmodellen wordt ervan uit gegaan dat kennis (lees: informatie) een noodzakelijke voorwaarde is voor gezond gedrag. En dat deze samen met iemands motivatie (bestaande uit attitude, sociale normen en risicoperceptie) en vaardigheden bepaalt in hoeverre iemand gezond gedrag vertoont.

Sociaal-interactief verklaringsmodel
In het model van Abraham et al. [1] (zie Sociaal-cognitief verklaringsmodel) is weinig oog voor interactie. Tijdens de seksuele ontwikkeling staan de factoren genoemd in het model niet op zichzelf. De seksuele ontwikkeling is een continu en dynamisch proces waarin kinderen en jongeren zelf een actieve rol spelen. Ze reageren, geven betekenis aan gevoelens, situaties, risico’s et cetera en leren op die manier zelf keuzes maken. Het model van Vanwesenbeeck et al. [108] geeft zicht op zowel individuele factoren als de interacties tussen personen.

Figuur 2: Model van seksuele-interactiecompetentie [108].

De seksuele interactiecompetentie heeft betrekking op ‘het geheel aan vaardigheden, gevoeligheden en strategieën die nodig zijn om een seksueel contact prettig, veilig en gelijkwaardig te maken’. Het gaat dus om de mate waarin kinderen en jongeren in seksuele situaties hun kennis, attitudes, gevoelens, betekenissen en vaardigheden kunnen inzetten om tot een positieve seksuele interactie te komen. Het inzetten van deze vaardigheden gebeurt grotendeels automatisch.

Voorbeeld
Om een ongeplande zwangerschap te voorkomen, moeten jongeren de intuïtie hebben zich te beschermen tijdens seksueel contact, condoom en anticonceptie kunnen gebruiken en seks zonder anticonceptie of condoom kunnen weigeren [55]. Anticonceptie wordt daarnaast ook vaker gebruikt als dit vooraf met de partner is besproken[55] Stone, 2002) [90][96].

Het model van Vanwesenbeeck et al. [108] geeft ook zicht op de vaardigheden die jongeren nodig hebben om indirecte, subtiele en/of non-verbale communicatie uitingen van seksuele wensen en grenzen op te pikken. Jongeren leren in interactie wensen en grenzen van anderen adequaat te interpreteren, hierover te communiceren en deze te respecteren.

Voorbeeld
Om te komen tot een gewenst en prettig seksueel contact maken jongeren gebruik van seksuele-interactiecompetenties. Ze weten wat de gevolgen zijn van grensoverschrijdend seksueel gedrag en hebben de intentie grenzen en wensen te respecteren. De ander moet wel in staat zijn wensen en grenzen duidelijk te uiten op het gebied van zoenen, strelen, vingeren, aftrekken of (orale) geslachtsgemeenschap en niet-ambigu te communiceren (O’Sullivan, 1998). Het respecteren van wensen en grenzen van de ander is een belangrijke vaardigheid om grensoverschrijdend seksueel gedrag te voorkomen [19]. Zo moeten jongeren zich seksueel kunnen beheersen als de ander iets niet (meer of verder) wil.

Het interactiecompetentiemodel geeft geen zicht op de competenties van kinderen in de leeftijd van 0 tot 12 jaar.[108] Wellicht is het model ook voor kinderen van 0 – 12 jaar te gebruiken.

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback