7 Verantwoording

JGZ richtlijn Zindelijkheid van urine en feces (2011)

Zindelijkheid van urine en feces

De gebruikte lokale protocollen werden geïnventariseerd om de huidige werkwijze in beeld te krijgen. Knelpunten uit de JGZ-praktijk werden onderzocht door vragenlijsten te zenden aan JGZ-medewerkers (artsen en verpleegkundigen; 2008). Om aansluiting op de knelpunten van cliënten/patiënten (ouders en jeugdigen) te krijgen werd een focusgroep georganiseerd en werd voor het onderdeel zindelijkheid voor urine de helpdesk van het Kenniscentrum Bedplassen geraadpleegd.

De inhoud van de richtlijn is in eerste instantie zoveel mogelijk gebaseerd op wetenschappelijk bewijs (evidentie). Hierbij is de EBRO-methode gehanteerd [74][15]. Daarvoor is aan de hand van uitgangsvragen (zie bijlagen 1a en 1b) breed gezocht in MEDLINE, Cochrane(-reviews) en Picarta naar artikelen over (on)zindelijkheid. In deze uitgangsvragen komt het gehele traject rondom zindelijkheid aan bod. De MeSH-termen (Medical Subject Headings-termen) die gebruikt werden in MEDLINE voor urine, staan in bijlage 2a. Bij gelezen artikelen werden via de referentielijst aanvullende artikelen meegenomen. Twee beoordelaars hebben onafhankelijk van elkaar de relevantie van de gevonden artikelen beoordeeld op basis van de titel en het abstract. Bij verschil van mening werd gezamenlijk een heroverweging gemaakt. De relevant geachte artikelen zijn door de redactie bestudeerd. Een samenvatting van dit literatuuronderzoek met betrekking tot algemeen zindelijkheidstraining en specifiek zindelijkheid bij urine is te vinden in bijlage 3. Voor feces werd geput uit de ontwikkelde richtlijn van de NVK/NHG (richtlijn ‘Obstipatie bij kinderen van 0 tot 18 jaar’) via redactielid A. Bulk [10]. Termen waarop gezocht is voor onzindelijkheid voor feces in PubMed staan in bijlage 2b.

Daarnaast zijn (inter)nationale richtlijnen en leerboeken bestudeerd, waarop ook zoveel mogelijk is afgestemd. We noemen hierbij de volgende Nederlandse richtlijnen: de NVU/NVK/V&VN richtlijn ‘Incontinentie bij kinderen’ [55], de NVK/NHG-richtlijn ‘Obstipatie bij kinderen van 0 tot 18 jaar’ [10], de eerder opgestelde Standaard van de NHG [12] en de geactualiseerde versie van de NHG-Standaard ‘Obstipatie’ (2010) en de richtsnoer enuresis [47][44] en richtsnoer fecale incontinentie [14]. Ook zijn internationale richtlijnen meegenomen, zoals van de ICCS (International Children’s Continence Society) [65], de European Association of Urology [90] de European Society for Paediatric Gastroenterology, Hepatology and Nutrition [31] en van NICE (okt 2010). Alle gevonden literatuur is beoordeeld en vervolgens afgezet en afgewogen tegen de huidige werkwijze en ervaren knelpunten. Uiteindelijk is op basis hiervan en de evidentie de optimale uitvoering van het programma voor de preventie, signalering, voorlichting en behandeling van onzindelijkheid beschreven.

Het schema van contactmomenten met betrekking tot zindelijkheid gaat uit van de contactmomenten zoals vastgesteld in 2008 [22].

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback