Vanaf 1995 worden door JGZ-medewerkers adviezen gegeven voor preventie van voedselallergie op basis van de eerste landelijke standaard voor de diagnose en behandeling van voedselovergevoeligheid, Voedselallergie bij zuigelingen op het consultatiebureau [153].Doel van de standaard was uniformiteit in de adviezen te bereiken ten aanzien van het beleid rond voedselallergie (preventie, signalering, diagnostiek, begeleiding).
n 1995 verscheen de NHG-Standaard Voedselovergevoeligheid; hiermee waren de adviezen voor preventie goed afgestemd. In de daaropvolgende jaren werden in de opeenvolgende drukken van de landelijke standaard de adviezen voor preventie steeds bijgesteld op basis van de literatuur en de adviezen van internationale beroepsorganisaties [156]. De aanpassingen betroffen onder andere het benoemen van de risicogroep (voor welke groep is selectieve preventie van belang) en de inhoud van de voedingsadviezen (soort voeding en periode van gebruik, tijdstip van introductie van de bijvoeding).
Het nut van de preventieve maatregelen werd steeds onduidelijker en van afstemming van de adviezen tussen de diverse professionals is weinig sprake, hetgeen tot verwarring leidt bij ouders. Herziening en afstemming van de preventieve adviezen zijn dus van groot belang.