Koemelkallergie bij zuigelingen is de meest frequente vorm van voedselallergie: de prevalentie in Nederland is 2-3% [76]. Koemelkallergie gaat vaak gepaard met maag-/darmklachten (braken, diarree, kolieken), huidverschijnselen (constitutioneel eczeem, urticaria) en een enkele keer met algemene verschijnselen zoals ontroostbaar huilen [42]. Over het algemeen zijn de problemen van voorbijgaande aard; op de leeftijd van 3 jaar heeft 90% van de kinderen geen klachten meer.
Van deze kinderen ontwikkelt 25-58% andere voedselallergieën, zoals voor kippenei, pinda’s, noten, appel, soja, sesamzaad, vis, schaal- en schelpdieren [37]; [141]. De verschijnselen kunnen variëren van urticarieel exantheem tot benauwdheid en anafylactische shock.
Bij twee derde van de kinderen met een kippeneiallergie zijn de klachten verdwenen op de leeftijd van 16 jaar.
Pinda-allergie persisteert bij 80-90% van de kinderen levenslang met soms ernstige, zelfs dodelijke allergische reacties [25]; [79]. Ongeveer 5% van de kinderen met een pinda-allergie krijgt na inname van pinda’s een anafylactische reactie (Rance et al., 1999).
Daarnaast is bij de helft van de kinderen koemelkallergie een onderdeel van een atopische constitutie met constitutioneel eczeem, hooikoorts en/of astma [3].