Voor het ontwikkelen van de richtlijn is een multidisciplinaire projectgroep samengesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle specialismen die met het voorkomen van voedselovergevoeligeid bij kinderen en het signaleren, indien mogelijk diagnosticeren, begeleiden en zo nodig verwijzen van kinderen met voedselovergevoeligheid in de JGZ te maken hebben. De projectgroepleden zijn door de beroepsverenigingen gemandateerd voor deelname aan de werkgroep. De projectgroepleden zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de integrale tekst van deze conceptrichtlijn. Daarnaast is een klankbordgroep samengesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van in de JGZ werkzame beroepsgroepen, van belanghebbende beroepsgroepen (huisartsen, kinderartsen en diëtisten) en van de patiëntenvereniging.
Eerst is in 2011 een knelpuntenanalyse verricht om de huidige werkwijze rondom voedselovergevoeligheid in de JGZ te inventariseren. Aan de hand hiervan zijn uitgangsvragen opgesteld. Voor het beantwoorden van de uitgangsvragen is in de literatuur systematisch gezocht naar relevant onderzoek, zie de sectie Verantwoording. De hieruit voortvloeiende conclusies en aanbevelingen vormen de basis van deze richtlijn. De uitgangsvragen betreffende signaleren, diagnostiek en verwijzen van kinderen met koemelkallergie zijn overgenomen uit de richtlijn ‘Diagnostiek van Koemelkallergie bij Kinderen in Nederland’ [166].