Richtlijn: Voedselovergevoeligheid (2014)

4. Behandelen van koemelkallergie-Aanbevelingen

De basisbehandeling van koemelkallergie bestaat uit de eliminatie van koemelkeiwit. Kinderen die allergisch zijn voor koemelk worden behandeld met gehydrolyseerde koemelk op basis van wei-eiwit of caseïne, met kunstvoeding op basis van vrije aminozuren of met sojamelk. Veelbelovend is de behandeling met voeding op basis van rijsthydrolysaat. Omdat rijstproducten in Nederland niet commercieel verkrijgbaar zijn, worden ze hier buiten beschouwing gelaten.

Aanbevelingen

  1. Bij een koemelkvrij dieet wordt de standaardkunstvoeding (op basis van koemelk) vervangen door intensief gehydrolyseerde kunstvoeding op basis van wei-eiwit of caseïne. Er zijn geen vergelijkende studies tussen gehydrolyseerde kunstvoeding op wei-eiwit- en caseïnebasis bekend, daarom kan een aanbeveling over de keuze tussen voeding op wei-eiwit- of caseïnebasis niet worden gegeven. 
  2. Partieel gehydrolyseerde kunstvoedingen worden afgeraden voor de diagnostiek en behandeling van koemelkallergie.
  3. Het wordt aangeraden om bij de behandeling van koemelkallergie dezelfde voeding te geven als de voeding die wordt gebruikt tijdens de diagnostische fase. 
  4. Onder de leeftijd van 1 jaar worden kunstvoedingen op basis van soja niet geadviseerd voor de vervanging van standaardkunstvoeding. Aan kinderen boven de 6 maanden kunnen sojaproducten (bv. sojatoetje) in beperkte mate worden voorgeschreven als aanvulling op intensief gehydrolyseerde kunstvoeding.
  5. Introductie van bijvoeding vanaf 4 maanden wordt ook bij kinderen met koemelkallergie aanbevolen omdat het de kans op allergie voor andere allergenen (zoals bv. kippenei of pinda’s) of voor andere uitingen van allergie (zoals astma) niet vergroot en mogelijk zelfs verkleint.
  6. Vanaf de leeftijd van 9-12 maanden kan bij kinderen met oorspronkelijk milde klachten van koemelkallergie elk half jaar worden bekeken of het kind nog allergisch is met een open provocatietest op het consultatiebureau of herintroductie thuis. Bij persisteren van koemelkallergie na de leeftijd van 1 jaar met bijkomende problematiek wordt het kind naar een (in allergie geïnteresseerde) kinderarts verwezen.
  7. Reïntroductie van koemelk bij kinderen met een verhoogd risico op een ernstige allergische reactie dient door de kinderarts te worden begeleid.

Lees verder voor de onderbouwing.


Pagina als PDF