4.4 Verantwoordelijkheidsverdeling binnen de JGZ

JGZ-richtlijn Kindermishandeling

Kindermishandeling

De JGZ-professional houdt zich bezig met kindermishandeling op vier preventieniveaus (Kamphuis, Sachse, & Schwarte, 2014):

  • Universele preventie: gericht op gehele populaties of delen daarvan, er zijn geen signalen of vermoedens van kindermishandeling, de JGZ geeft algemene opvoedingsadviezen.
  • Selectieve preventie: gericht op (wetenschappelijk onderbouwde) risicogroepen die een verhoogde kans hebben op kindermishandeling zoals tienermoeders, ouders in (v)echtscheiding, ouders met een psychiatrisch probleem of (licht) verstandelijke beperking (zie sectie Risicofactoren en sectie Specifieke thema;s – Ouders met psychische problemen). Er zijn nog geen signalen of vermoedens. De JGZ biedt gerichte adviezen en begeleiding zoals in Voorzorg en Stevig Ouderschap.
  • Geïndiceerde preventie: er zijn signalen die kunnen duiden op kindermishandeling en de JGZ-professional gaat na wat verklaringen zijn voor hetgeen zij constateert, vraagt zo nodig advies bij Veilig Thuis, forensische expertise en andere professionals, beslist of de meldcode in werking moet treden resulterend in een melding en/of hulp (organiseren).
  • Zorggerelateerde preventie: er is sprake van (sterke vermoedens of verdenking van) kindermishandeling en hulpverlening gericht op veiligheid en herstel is in gang gezet, in vrijwillig dan wel verplicht kader. De JGZ-professional monitort de situatie in samenwerking met Veilig Thuis en andere professionals.

 

Binnen de JGZ-organisatie werken de diverse JGZ-disciplines als een team samen (zelfsturend of met leidinggevende of teamcoördinator). Dit zijn: de jeugdarts, de jeugdverpleegkundige en/of verpleegkundig specialist en de doktersassistent/CB-assistent. Tevens kunnen er werkzaam zijn: gedragswetenschapper, pedagoog of pedagogisch medewerker, opvoedadviseur, logopedist en soms voorlichters eigen taal en cultuur. Iedere JGZ-organisatie heeft bovendien een of meerdere aandachtsfunctionarissen kindermishandeling.

De aandachtsfunctionaris kindermishandeling is een JGZ-professional in de organisatie of team waarbinnen de JGZ werkzaam is, met deskundigheid op het gebied van kindermishandeling. De aandachtsfunctionaris heeft een adviserende rol richting de beleidsontwikkeling en een coachende en ondersteunende rol bij de uitvoering van de stappen van de meldcode bij een vermoeden van kindermishandeling of huiselijk geweld. Ook kan de aandachtsfunctionaris kennis- en beleidshiaten signaleren en hier actie op ondernemen in de vorm van scholing en beleidsafspraken intern en extern. Dit is te lezen op de website van de Landelijke Vereniging van Aandachtsfunctionarissen Kindermishandeling (LVAK: https://lvak.nl/de_aandachtsfunctionaris.html Deze linkt opent in een nieuw tabblad ; 2015).

Alle beroepsgroepen kunnen signalen van en risicofactoren voor kindermishandeling opmerken en hebben daar een verantwoordelijkheid in. Deze signalen en factoren dienen altijd in het team en met de aandachtsfunctionaris kindermishandeling besproken te worden. Daar wordt bepaald wat het vervolg is en wie de zorgen op welke manier bespreekt met de ouders en/of de jeugdige. In acute levensbedreigende situaties, bij een melding bij Veilig Thuis, en bij gevaar voor de JGZ-professional zelf is het aan te bevelen ook de teamcoördinator of manager te informeren.

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback