7.3.1 Signaleren psychiatrische problematiek bij ouders

JGZ-richtlijn Kindermishandeling

Kindermishandeling

Signaleren van psychische en psychiatrische problematiek bij ouders

De JGZ-professional kan psychische en psychiatrische ouderproblematiek opsporen door bij alle reguliere contacten in de algemene anamnese consequent naar psychische problemen (de mentale gesteldheid) bij de ouders te vragen. Een praktische indeling voor de JGZ is hierbij een onderscheid te maken in:

  • Psychische/psychiatrische problemen van de ouder
  • Negatieve jeugdervaringen van de ouder
  • Verslavingsproblematiek

 

Bij deze categorieën zal namelijk mogelijk een ander traject van begeleiding en verwijzing nodig zijn. Afhankelijk van de aard en de ernst van het probleem bij de ouder, zal het nodig zijn om de ouder door te verwijzen naar maatschappelijk werk of de GGZ. Daarnaast biedt de JGZ zelf ook preventieve ondersteuningsprogramma’s aan zoals Stevig Ouderschap voor jonge gezinnen die een verhoogd risico hebben kindermishandeling, VoorZorg voor jonge, alleenstaande tienermoeders, en de Ouder-Baby interventie voor moeders die te kampen hebben met een postpartum depressie. Verder zijn er verschillende KOPP-programma’s beschikbaar voor gezinnen met kinderen van wie een van de ouders psychiatrische problemen heeft. Naast programma’s die zich specifiek richten op ouders met psychische klachten en stoornissen, zijn er ook tal van algemene programma’s die de opvoedingsvaardigheden van ouders beogen te ondersteunen en een negatieve spiraal in het gezin kunnen doorbreken.

Om te bepalen in hoeverre psychische/psychiatrische ouderproblematiek of negatieve jeugdervaringen van de ouder beschadigend zijn voor de jeugdige, is het van belang dat de JGZ zowel de context waarbinnen de problematiek optreedt als de beschermende factoren in kaart brengt.
Van belang is ook dat de JGZ-professional het coping-gedrag van zowel ouder als de jeugdige in kaart brengt. Hoe gaat de ouder om met de psychische aandoening, als persoon en als ouder? Heeft de ouder inzicht in de eigen problematiek en het mogelijk effect daarvan op het kind? Is er hulpverlening voor de ouder actueel of in het verleden?

Daarnaast moet de professional nagaan of de problemen en klachten chronisch of acuut zijn en wat de ernst is. Tot slot, is het van groot belang dat de JGZ-professional zich realiseert dat bij GGZ- problematiek sprake is van een volwassene die zowel patiënt als ouder is. Het is aan de JGZ-professional om de afweging te maken of onder die omstandigheden sprake is van ‘voldoende goed ouderschap’.

In 2014 is de zogenaamde Kindcheck toegevoegd als verplicht onderdeel van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Dit betekent dat zorgprofessionals die met volwassenen werken altijd moeten nagaan of er bij hun cliënt minderjarigen wonen en zich er van moet vergewissen dat deze veilig zijn. De Kindcheck is ook van toepassing op zwangere vrouwen. Zie Thema 9 en Handleiding Kindcheck, voor GGZ en Verslavingszorg [57].

Dit betekent dat een behandelaar van een ouder met psychische of psychiatrische problemen zich zorgen kan maken over de veiligheid en opgroei-omstandigheden voor de kinderen van deze ouder, dit bespreekbaar maakt met de ouder en daar contact over zoekt met de JGZ of jeugdhulp. In overleg met de ouder(s) kan de JGZ ook overleggen met deze behandelaar om na te gaan hoe deze het coping-gedrag ed. van de ouder beoordeelt.

Signaleringsinstrumenten

Binnen de JGZ zijn enkele signaleringsinstrumenten in omloop waarmee JGZ-professionals kunnen screenen op ongunstige opgroei-omstandigheden in een gezin. Dit kunnen ook psychiatrische problemen van de ouder zijn. De hieronder genoemde instrumenten kunnen ook worden ingezet als derden zorgen hebben en dit aan de JGZ doorgeven. De JGZ kan dan ouders uitnodigen voor een extra contact en signalen verder uitdiepen.

De volgende instrumenten en methoden die ongunstige opgroei-omstandigheden in het gezin beogen te signaleren, zijn beschikbaar of in ontwikkeling (zie Thema 3 en 7).

  • DMO-protocol binnen programma Samen Starten
  • SPARK
  • GIZ
  • Balansmodel van Bakker
  • LIRIK
  • mini-CARE
  • Criteria Voorzorg
  • Criteria Stevig Ouderschap

 

Indien er behoefte is aan meer duidelijkheid over de gezinssituatie en de eventuele risico’s voor de jeugdige, kan het helpend zijn om de psychische problematiek van de ouder iets uitgebreider in kaart te brengen. Hieronder staan enkele instrumenten die psychische problemen bij ouders in kaart brengen met als doel om uitspraken te kunnen doen over de opvoed- en opgroeisituatie. In de hier beschreven instrumenten ligt de nadruk op het ouderschap, en kunnen daarom van belang zijn voor de JGZ.

  • Lijst voor Screening en Interventie Keuze (SIK-lijst; [207]) is bedoeld als hulpmiddel voor de professional of hulpverlener om een inschatting te maken van mogelijke problematiek in een gezin. Op basis hiervan kan de JGZ professional verwijzen naar interventies. De lijst is goed bruikbaar om na een gesprek met ouders (bijv. tijdens regulier contactmoment) te checken of er nog meer informatie nodig is voor de risico-inschatting.
  • Het ZRM Supplement Ouderschap [78]. De Zelfredzaamheidsmatrix (ZRM) is een breed meetinstrument om de mate van zelfredzaamheid van een volwassene in kaart te brengen. In 2013 is het ZRM Supplement Ouderschap ontwikkeld om te kunnen beoordelen in welke mate ouders en opvoeders zelfredzaam zijn in de zorg voor hun minderjarige kinderen. De lijst omvat vier domeinen: lichamelijke verzorging, sociaal-emotionele ondersteuning, scholing en opvang.
  • Edinburgh Postpartum Depression Score (EPDS; [151][166]) is een lijst waarmee de professional een postpartum depressie bij (aanstaande) moeders kan signaleren. De Nederlandse EPDS is gevalideerd en betrouwbaar (α= 0.82) voor postnataal gebruik [208].
  • De Vierdimensionale Klachten Lijst (4DKL; [240]) onderscheidt stresssymptomen van depressie, angst en somatisatie. De lijst bestaat uit 50 items die zijn onderverdeeld in vier dimensies van psychopathologie: Distress (16 items), Depressie (6 items), Angst (12 items) en Somatisatie (16 items).

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback