7.1.1 Risicofactoren voor de geboorte

JGZ-richtlijn Kindermishandeling

Kindermishandeling

Voor vrijwel alle risicofactoren voor kindermishandeling geldt dat die al aanwezig kúnnen zijn tijdens de zwangerschap. Dit zijn juist de belangrijkste factoren, namelijk die welke de (beide) ouders betreffen [48][55]. Zie ook Sectie Risicofactoren, beschermende factoren en signalen.

In de wetenschappelijke literatuur wordt daarnaast melding gemaakt van de volgende risicofactoren die specifiek voor de zwangerschap zijn en direct of indirect effect hebben op het ontstaan van kindermishandeling:

  • partnergeweld tijdens de zwangerschap;
  • ervaringen van de zwangere met kindermishandeling in de eigen jeugd;
  • depressie tijdens de zwangerschap en daarna (postnatale depressie);
  • vijandigheid jegens het (ongeboren) kind;
  • roken, alcohol- of drugsgebruik.

 

Hieronder worden deze factoren nader toegelicht vanuit wetenschappelijke studies.

Chan et al. (2012)[150] tonen aan dat partnergeweld tijdens de zwangerschap in hoge mate lichamelijke kindermishandeling voorspelt. Ook Casanueva & Martin (2007)[149] laten zien dat de kans op kindermishandeling drie maal hoger is wanneer er tijdens de zwangerschap sprake is van partnergeweld; ook na controle voor SES.

Aangetoond is dat partnergeweld tijdens de zwangerschap 1 op de 10 zwangeren in zes Noord-Europese landen treft (België, IJsland, Denemarken, Estonia, Noorwegen, Zweden) [158]. Er is geen reden om aan te nemen dat de prevalentie in Nederland anders is. Er zijn aanwijzingen dat vrouwen die slachtoffer zijn van partnergeweld tijdens de zwangerschap, minder hechting vertonen aan de foetus en een meer negatieve houding hebben tegenover de foetus dan vrouwen die deze ervaringen niet hebben [145]. Uit een studie van Horner (2005) blijkt dat partnergeweld tijdens de zwangerschap kan leiden tot een laag geboortegewicht, vroeggeboorte, abnormale bloeding tijdens de zwangerschap en perinatale sterfte, mede veroorzaakt door trauma en stress bij de moeder.

Hornor (2005) [153] liet zien dat stress bij de moeder tijdens de zwangerschap, in combinatie met roken en (soft)drugsgebruik, kan leiden tot vroeggeboorte en laag geboortegewicht. Ook blijkt uit onderzoek [147] dat zwangeren die vijandige attributies jegens hun (ongeboren) kind hebben, een significant verhoogd risico hebben om een harde, negatieve opvoedstijl te hanteren of hun kind te mishandelen in het eerste levensjaar (β=0.14, P < .05).

Plant, Barker, Waters, Pawlby, en Pariante (2013) [165] laten zien dat ervaring van de zwangere met kindermishandeling in de eigen jeugd, in combinatie met depressie tijdens de zwangerschap, de kans op mishandeling en verwaarlozing van eigen kinderen significant vergroot. Deze kinderen vertonen bovendien significant vaker externaliserend gedrag ook na controle voor leeftijd moeder, opleidingsniveau, samenlevingsvorm, partnergeweld en geslacht kind [160]. Leeners, Rath, Block, Görres, en Tschudin (2014)  [157] tonen aan dat zwangeren die ervaring hebben met seksueel misbruik in de jeugd, tijdens hun zwangerschap significant vaker roken (31.7%/9.4%; P<0.0001), een partner hebben die drugs gebruikt (10.6%/1.2%; P<0.0005), opnieuw te maken hebben met seksueel misbruik (12.9%/0; P<0.0001), te maken hebben met fysiek partnergeweld (16.5%/0; P<0.0001) psychisch geweld (44.7%/1.7%; P<0.0001), depressie (24.7%/1.8%; P<0.0001), en zelfmoordgedachten (10.6%/0; P<0.0001) en in het verlengde daarvan met vroeggeboorten, in vergelijking met zwangeren die geen seksueel misbruik ervaringen hebben.

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback