Praten met de jeugdige
Onderzoek laat zien dat vanaf de leeftijd van ongeveer vier jaar, open vragen aan de jeugdige kunnen worden gesteld die voldoende informatie en details geven.[87] Hoe en wanneer met jeugdigen gesproken wordt over signalen, vermoedens en verdere plannen is tevens afhankelijk van de ontwikkelingsleeftijd van de jeugdige en de situatie.
Over het algemeen geldt dat wanneer er vermoedens over kindermishandeling of een onveilige opvoedingssituatie bestaan, het belangrijk is de jeugdige te betrekken in de gespreksvoering en ook de jeugdige alleen te spreken. Zij voelen vaak aan dat er iets aan de hand is, ook al heeft niemand hen dat uitgelegd. Jeugdigen bedenken daarbij vaak hun eigen –niet altijd juiste– verklaringen voor de situatie en hebben de neiging zichzelf daarbij medeschuldig te voelen of vinden en zijn onvoorwaardelijk loyaal naar hun ouders. Bij allochtone jeugdigen kan daarbij ook de loyaliteit aan de familie en aan cultuur en geloof een belangrijke rol spelen.
Vraag ouders toestemming om met de jeugdige te mogen spreken. Vertel wat je weet en benoem dat jij niet weet wat er verder gebeurd is en dat je daarom het verhaal van de jeugdige wilt horen.
Bereid een gesprek goed voor. Denk niet meteen in oplossingen. Wees voorbereid op wat je mogelijk te horen krijgt en hoe je dan reageert. Houd rekening met het tijdstip op de dag en denk na over de locatie. Realiseer je dat het (extra) tijd kost om met een jeugdige te praten die kindermishandeling meemaakt of meegemaakt heeft. Houd daar rekening mee en rond een gesprek altijd zorgvuldig af.
Ten Berge et al. (2012) geven een aantal algemene aandachtspunten voor gesprekken met jeugdigen:
- Stel de jeugdige op zijn gemak en begin met algemene onderwerpen.
- Leg duidelijk uit wat de bedoeling is van het gesprek en wat er met de informatie die de jeugdige geeft, gaat gebeuren.
- Stel open vragen.
- Beloof niet, wanneer de jeugdige daarom vraagt, dat je alle informatie geheim zal houden, leg uit dat je een beroepsgeheim hebt maar dat je ook de plicht hebt te beschermen en dat het daarom soms nodig is je beroepsgeheim te doorbreken. Spreek af dat je de jeugdige altijd vooraf zal informeren wanneer informatie met andere professionals gedeeld moet worden.
- Maak duidelijk dat de jeugdige niet schuldig is aan de situatie, maar dat ouders verantwoordelijk zijn voor een veilige en prettige thuissituatie.
- Heb oog voor het loyaliteitsconflict waarin dit de jeugdige kan brengen.
- Laat bij het bespreken van de thuissituatie vooral de jeugdige aan het woord.
- Vraag welke mogelijke oplossingen zij zelf zien en wat er voor nodig is om dat te realiseren.
- Maak bij het afsluiten van het gesprek expliciet duidelijke afspraken over met wie de besproken informatie gedeeld zal worden en wat de jeugdige aan zijn ouders gaat vertellen.
- Zorg er voor dat na afloop van het gesprek de jeugdige opgevangen wordt door een voor hem of haar vertrouwd persoon.
Als er sprake is van strafbare feiten
Stem, wanneer er sprake is van mogelijk strafbare feiten, de te ondernemen stappen af met de interventies van de politie: gesprekken met slachtoffer(s) en getuige(n) kunnen het leveren van bewijs in een strafzaak namelijk belemmeren. Zie ook Samenwerken (Samenwerken met professionals).
Tegelijkertijd moet hierom niet geschuwd worden om met de jeugdige te spreken. Dat kan op basis van het ‘Minimum Facts Interview’ [102] dat er op gericht is een minimum aan informatie te vergaren om te bepalen of sprake van kindermishandeling kan zijn en wat nodig is voor de veiligheid van de jeugdige:
- Praat met de jeugdige apart, zonder ouders of andere betrokkenen.
- Let op non-verbaal gedrag en emoties bij de jeugdige.
- Laat de jeugdige verhaal doen in de eigen bewoordingen; geef geen suggesties met woorden (in de mond leggen), voordoen, iets laten zien.
- Gebruik geen gesloten of suggestieve vragen, gebruik wel open vragen, zoals ‘Wat is er gebeurd?’ Vragen die beginnen met:
- Wat…?
- Waar…?
- Wanneer
- Wie…?
- Hoe ….?
Hoe jonger de jeugdige, des te globaler de antwoorden. Veel kinderen van vijf kunnen niet tijdstip en adres exact verwoorden.
- Ga na of de jeugdige (met spoed) medisch onderzocht moet worden.
- Ga na wat er nodig is voor de acute veiligheid van de jeugdige.
- Ga na hoe je zelf de jeugdige een gevoel van veiligheid kan geven.
Neem zelf een neutrale houding aan ten opzichte van de jeugdige: de jeugdige niet prijzen voor bepaalde uitspraken; maar wel prijzen dat het vertelt. Toon geen afkeer (boosheid/walging e.d.) over de mogelijk met de jeugdige uitgevoerde (seksuele) handelingen [87]; vertel dat het niet de schuld van de jeugdige is.