In deze subsectie is uitgangsvraag aan de orde: hoe verhouden de kosten en baten van preventie van opvoed- en psychosociale problemen en opvoedingsondersteuning zich tot elkaar?
Conclusies
- De werkgroep concludeert dat kosteneffectiviteitsstudies naar opvoedingsondersteuning in Nederland nagenoeg geheel ontbreken. Internationaal is een beperkt aantal kosten- effectiviteitsstudies voorhanden, waarbij er te belangrijke onderlinge methodologische verschillen zijn om tot betrouwbare vergelijkingen te komen.
- Wereldwijd is er consensus over de stelling dat het rendement van vroege investeringen in het opvoeden en opgroeien groter is dan dat van latere investeringen.
- Er is enig bewijs dat er twee strategieën lijken te zijn om kosteneffectief beleid te realiseren:
- De vroegtijdige inzet van programma’s en activiteiten die bij een groot publiek een klein verschil bewerkstelligen met als gevolg een groot nettorendement.
- Het vroeg en tijdig inzetten van programma’s en activiteiten bij een kleine specifieke doelgroep, die voor de ouders en kinderen uit die doelgroep een groot verschil uitmaken.
- Er is enig bewijs dat huisbezoeken en oudertrainingen voor de JGZ in Nederland tot de potentieel kosteneffectieve, bruikbare interventies behoren.