2.4 Kosteneffectiviteit opvoedingsondersteuning

JGZ richtlijn Opvoedondersteuning (2013)

Opvoedondersteuning

In deze subsectie is uitgangsvraag aan de orde: hoe verhouden de kosten en baten van preventie van opvoed- en psychosociale problemen en opvoedingsondersteuning zich tot elkaar? 

Conclusies

  1. De werkgroep concludeert dat kosteneffectiviteitsstudies naar opvoedingsondersteuning in Nederland nagenoeg geheel ontbreken. Internationaal is een beperkt aantal kosten- effectiviteitsstudies voorhanden, waarbij er te belangrijke onderlinge methodologische verschillen zijn om tot betrouwbare vergelijkingen te komen.
  2. Wereldwijd is er consensus over de stelling dat het rendement van vroege investeringen in het opvoeden en opgroeien groter is dan dat van latere investeringen.
  3. Er is enig bewijs dat er twee strategieën lijken te zijn om kosteneffectief beleid te realiseren:
    1. De vroegtijdige inzet van programma’s en activiteiten die bij een groot publiek een klein verschil bewerkstelligen met als gevolg een groot nettorendement.
    2. Het vroeg en tijdig inzetten van programma’s en activiteiten bij een kleine specifieke doelgroep, die voor de ouders en kinderen uit die doelgroep een groot verschil uitmaken.
  4. Er is enig bewijs dat huisbezoeken en oudertrainingen voor de JGZ in Nederland tot de potentieel kosteneffectieve, bruikbare interventies behoren.

Aanbevelingen

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback