Welke houdingen, communicatievaardigheden en competenties zijn nodig voor JGZ- medewerkers om de doelstellingen rond opvoedingsondersteuning (in het CJG) vorm te geven, welke scholingsmodule(s) is/zijn daarvoor nodig en op welke wijze moet borging van houdingen, vaardigheden en competenties plaatsvinden?
Conclusies
De werkgroep is van mening dat:
- Opvoedingsondersteuning een professionaliseringslag nodig heeft, zowel op het gebied
- van de professionele uitvoering als op het gebied van de organisatie zelf. Dit door de kern van de verdere professionalisering te richten op de processen van en tussen professionals (het primaire werkproces, vraaggericht werken, samenwerking op alle niveaus, ketenzorg, informatie delen, cultuurverandering, verandermanagement, etc.) Hierdoor kan de JGZ maximaal van betekenis zijn voor jeugdigen en ouders waar het gaat om opvoeden en opgroeien, ontwikkeling en gezondheid.
- Op alle niveaus van uitvoering, management en beleid vraaggericht – en waar nodig outreachend – gewerkt moet worden, uitgaande van de eigen kracht, ervaring en deskundig- heid van ouders (empowerment).
- Er een scholingsbudget gereserveerd moet worden voor (bij-/na)scholing gerelateerd aan opvoedingsondersteuning: gespreksvaardigheden en technieken, oplossingsgericht werken, intercultureel werken, leertheorie etc.
- De equipering en kwaliteitsverbetering van de beroepsuitoefening van jeugdartsen en verpleegkundigen verder versterkt en gefaciliteerd moeten worden, met inbegrip van de realisering van de voorwaarden daartoe: beroepsregistratie en accreditatie.
- Er een samenhangend pakket opvoedingsondersteuning ontwikkeld en geborgd moet worden.
- Het gebruik van gezamenlijke standaarden, richtlijnen, protocollen en codes voor alle professionals die opvoedingsondersteuning geven gestimuleerd moet worden.
- De samenhang in ondersteuning binnen de JGZ maar ook in het kader van het CJG en breder versterkt moet worden door adequaat samen te werken om de professional ‘in zijn eigen kracht en autonomie’ aan te spreken.
- De cultuur van samenwerking, de missie en de visie van de JGZ werkzaam gemaakt moeten worden en moeten worden geïmplementeerd.
- De laagdrempeligheid en het preventieve karakter van de JGZ geborgd moeten worden; er moet een positief imago neergezet worden, het preventieve karakter van de JGZ moet expliciet op de voorgrond worden gezet en empowerment in de uitvoeringspraktijk moet ‘handen en voeten’ krijgen.
- Er een scholingsaanbod met programma’s voor opvoedingsondersteuning moet komen.
- Elke organisatie een kwaliteitssysteem moet hebben dat goed geïmplementeerd en geborgd wordt. Voor de implementatie van een kwaliteitssysteem kan gebruikgemaakt worden van ‘implementatiewijzers’ [100][219].