3.2.1 Vaardigheden voor en houding bij het werken met ouders

JGZ-richtlijn Opvoedondersteuning

Opvoedondersteuning

De vaardigheden en houding van JGZ-professionals zijn van wezenlijk belang om de ondersteuning aan ouders te kunnen laten slagen. De houding van professionals komt tot uitdrukking in de wijze waarop de professional met ouders communiceert. Ouders hebben behoefte aan een warm en persoonlijk contact in de professionele relatie [278]. Daarnaast blijken vertrouwen en een sensitieve, respectvolle en positief belangstellende bejegening voor ouders belangrijke voorwaarden om hulp te accepteren [209][220].

De cliënt-hulpverlenerrelatie

Uit verschillende bronnen komt naar voren dat persoonlijke kenmerken van de professional alsook zijn contactuele vaardigheden een grote rol spelen bij succesvolle opvoedingsondersteuning: ‘Kenmerken van hulpverleners blijken een sterkere voorspeller van de uitkomst van de hulpverlening dan de kenmerken van de cliënten. Volgens sommige onderzoekers is dit zelfs de meest krachtige van alle werkzame factoren, buitentherapeutische factoren daargelaten’ [226](Wampold, 2005). 

De cliënt-hulpverlenerrelatie is een algemeen werkzame factor in de hulpverlening ongeacht de soort hulp en doelgroep [319]. In het rapport van Van Yperen, Van der Steege, Addink en Boendermaker (2010)[322] is benoemd dat er overall veel betekenis wordt gegeven aan de factor cliënt-hulpverlenerrelatie. Zij geven daarbij wel aan dat deze bevinding hoofdzakelijk gebaseerd is op onderzoek naar de effecten van psychotherapie bij volwassenen.

Een uitvoerige review van Ackerman en Hilsenroth (2003; [317]) werpt licht op de persoonlijke eigenschappen van de hulpverlener en de technieken die een rol spelen bij het beïnvloeden van de kwaliteit van de therapeutische relatie. Kenmerken van de hulpverlener zijn: flexibiliteit, eerlijkheid, het hebben van ervaring, respectvol handelend, betrouwbaarheid, zelfverzekerdheid, geïnteresseerd zijn, alert zijn, vriendelijkheid en openheid.

Technieken zijn:

  • exploratief te werk gaan;
  • verdiepende vragen stellen;
  • reflecteren op thema’s;
  • steunend zijn;
  • successen uit het verleden benadrukken;
  • accurate interpretaties geven;
  • faciliteren bij het uitdrukken van emoties;
  • actief zijn;
  • bevestigen;
  • begrip tonen;
  • aansluiten bij de ervaringen van de cliënt.

 

Basishouding

De benodigde basishouding van CJG-professionals die opvoedingsondersteuning als taak hebben, kent drie basiselementen [67]:

  • Een sensitieve/responsieve houding van de professional: het zich kunnen verplaatsen in de ouder en gevoelig zijn voor signalen en daar adequaat op aansluiten.
  • Een positieve en ondersteunende benadering van ouders: optimisme uitstralen en geloof hebben in de mogelijkheden van ouders om vraagstukken zelf op te lossen.
  • Een zorgvuldige en respectvolle benadering van ouders en hun visie op opvoeding.

 

Naast deze houding zijn vier specifieke vaardigheden/attitudes belangrijk voor professionals die ouders pedagogisch adviseren [67].

  • Actief luisteren: de professional laat door middel van houding, gebaar en ondersteunend taalgebruik merken dat hij met volle aandacht luistert (ook naar wat ‘achter de woorden ligt’).
  • Vragen stellen: hoewel gesloten vragen soms heel functioneel kunnen zijn, zijn open vragen veelal heel geschikt.
  • Samenvatten en structureren.
  • Lichaamstaal: de professionals is zich van zijn/haar eigen lichaamstaal bewust en stemt deze af op de ouder.

 

De hierboven omschreven basishouding komt overeen met de gewenste houding van jeugdverpleegkundigen in de omgang met ouders in het kader van videohometraining [97][305]

Deze basishouding wordt in grote lijnen ook in andere veelgebruikte opvoedingsondersteuningsprogramma’s beschreven. Uit onderzoek van Ouders Online (2011) [220] naar wat ouders van de JGZ vinden, blijkt dat ook ouders bovengenoemde houdingsaspecten en vaardigheden belangrijk vinden in het contact met de professionals. 

Competenties pedagogisch adviseur

Blokland (2010) [41] beschrijft de kennis, houding en vaardigheden van een pedagogisch adviseur die individuele preventieve ondersteuning biedt aan ouders met milde opvoedingsproblematiek. Blokland (2010) [41] geeft aan dat het werk van een pedagogisch adviseur is voorbehouden aan minimaal hbo-geschoolde beroepskrachten die aan het volgende profiel voldoen:

Kennis

  • Ontwikkelingspsychologische en pedagogische kennis over de (fasegebonden) ontwikkeling van kinderen
  • De meest voorkomende vragen en problemen van ouders.
  • Kennis van factoren die bijdragen aan het ontstaan en in stand houden van psychosociale problematiek bij kinderen en opvoedingsproblemen van ouders.
  • Bekendheid met de sociale leertheorie en gedragsmatige benadering van opvoedingsproblemen.
  • Kennis van theorieën over ouderschap en opvoeden vanuit een multicultureel perspectief.
  • Theoretische en praktische kennis met betrekking tot opvoedingsondersteuning.
  • Kennis van de sociale kaart en voorzieningen voor ouders.

 

Houding

  • Een open, onpartijdige en niet-oordelende opstelling naar ouders toe waarbij de beroepskracht verder kan kijken dan de eigen opvoedingservaring en opvattingen.
  • Een empathische, positieve benadering met geloof in het eigen probleemoplossende vermogen van ouders.
  • Een respectvolle benaderingswijze, met inachtneming van de eigenheid, autonomie en privacy van gezinnen.
  • Bewustzijn van eigen gedrag en voorbeeldfunctie in gesprekken met ouders.
  • Kunnen reflecteren op eigen werkwijze, openstaan voor (kritische) feedback van anderen.

 

Vaardigheden

  • Goede communicatieve vaardigheden voor het scheppen van een vertrouwensbasis en veranderingsbereidheid bij ouders.
  • Analytisch vermogen: snel de kern van een vraag of probleem kunnen inschatten.
  • Didactische vaardigheden om ontwikkelingspsychologische inzichten en pedagogische kennis te kunnen vertalen in praktische suggesties en advisering op maat.
  • Kunnen werken vanuit het partnerschapsmodel, dat een gelijkwaardige inbreng en gezamenlijke besluitvorming als uitgangspunt neemt.
  • Kunnen werken aan empowerment en zelfregulatie door de competenties van ouders te versterken.
  • Flexibel kunnen inspelen op een diversiteit van opvoedingssituaties en een gevarieerde cliëntenpopulatie.
  • Professionele gespreksvoering, met een juiste balans van nabijheid en afstand: eigen grenzen kunnen bewaken.
  • Goed kunnen samenwerken en netwerken binnen de lokale pedagogische infrastructuur.

 

Vraaggericht werken

Bij vraaggericht werken kiest de professional nadrukkelijk het perspectief van de ouder als uitgangspunt. De mening van de ouders over de ontwikkeling van hun kind is een bruikbare voorspeller gebleken voor toekomstige gedragsproblematiek [290] (Rothbart en Bates, 1998). Het centraal stellen van de mening van ouders over de opvoedingssituatie en eventuele interventies garandeert bovendien een grotere effectiviteit [290] (Turnbull, 2000). Verondersteld wordt dat ouders over het algemeen competent zijn in de opvoeding of competent kunnen worden. De wijze waarop een gesprek gevoerd wordt, moet zodanig zijn dat de aanwezige competenties bij de ouders versterkt worden. De JGZ- professional activeert de mogelijkheden van de ouder om zelf problemen te kunnen oplossen. Ouders worden zoveel mogelijk ondersteund in hun persoonlijke benadering van de opvoeding: wat willen de ouders en wat kunnen de ouders, wat past bij het gezin? De JGZ-professional sluit daar steeds met medeweging van de professionele kennis bij aan. Bovendien zoekt de medewerker altijd naar sterke punten van de ouder in de opvoedingssituatie. Door ouders daar bewust van te maken en van daaruit de opvoedingssituatie te versterken, neemt de kans op verbetering van de situatie en het voorkomen of verhelpen van problemen sterk toe. Met andere woorden: bij empowerment gaat het om het tot stand brengen van een gelijkwaardige samenwerking tussen de professional en de ouder. Om zo’n samenwerking tot stand te brengen moeten ouders op een positieve manier geactiveerd en aangemoedigd worden. Via de samenwerkingsrelatie met de ouders kan toe gewerkt worden naar een optimale situatie voor het hele gezin [290].

In 2011 heeft CJG Rijnmond zijn vraaggerichte aanpak gekoppeld aan de pedagogische visie waarbij zij verwachten dat (JGZ-)medewerkers naast de ouders gaan staan. Letterlijk zeggen ze: 

‘Dat vraagt van de CJG Rijnmond-professional dat je er altijd “bent” voor alle ouders: informerend, stimulerend, bevragend, voortdurend in dialoog, anderen erbij betrekkend, desnoods eropaf gaand, aansprekend en aanspreekbaar, waar nodig adviserend of (lichte) hulp verlenend met een brede kijk op de opvoedvragen, -zorgen en -problemen van ouders, zonder te verhullen, maar door aan te kaarten en bespreekbaar te maken, door te empoweren en zo nodig ook te bemoeien (je bent een sociale evenwichtskunstenaar), continu feedback te vragen op de geleverde dienstverlening, zo nodig nauw met anderen (school, kinderopvang, huisarts, jeugdzorg, etc.) samen te werken en altijd bereid het contact en de communicatie met ouders aan te gaan met als grenslijn dat nooit losgelaten wordt als de veiligheid van kinderen en jeugdigen in het geding is. En naast die ouders staande zet je samen altijd het belang van het kind voorop.’

Buitenlandse inzichten

Braun, Davis en Mansfield (2006)[58] hebben in kaart gebracht welke factoren een rol spelen in de effectiviteit van ondersteuning aan ouders. Zij geven aan dat onderzoek suggereert dat de meest effectieve relatie tussen ouder en ondersteuner het gelijkwaardige-gesprekspartnerschap is. Partnerschap houdt dan in: actieve betrokkenheid, shared decision making (gezamenlijk beslissingen nemen), complementaire expertise, overeenstemming over doelen en processen, wederzijds vertrouwen en respect, openheid en eerlijkheid, duidelijke communicatie en onderhandeling. Dit partnerschap komt overeen met de door Muller beschreven dialooggerichte consultvoering (zie paragraaf 4.6). Hoe de relatie tot stand komt, hangt voor een groot deel af van kwaliteiten van de professional: toont hij respect en empathie, is hij ‘echt’, bescheiden, bedaard (gelijkmoedig), enthousiast, beschikt hij over persoonlijke integriteit en technische expertise (kennis)? Deze kwaliteiten worden zichtbaar in de communicatie met ouders: de professional kan actief luisteren, stimuleren en exploreren, empathisch reageren en samenvatten, en beschikt over veranderingsgerichte vaardigheden, onderhandelingsvaardigheden en probleemoplossende vaardigheden [58].

Eronen, Pincombe en Calabretto (2010)[98] hebben onderzoek gedaan naar factoren die van belang zijn in de opvoedingsondersteuning gegeven door jeugdverpleegkundigen. Zij geven aan dat het erg belangrijk is dat jeugdverpleegkundigen bij de begeleiding aan ouders continu na moeten gaan of zij nog afgestemd zijn op de behoeften van het gezin. Ze moeten steeds kunnen reflecteren op hun handelen. Ouders zijn beter geholpen wanneer zij informatie, bronnen en ondersteuning krijgen om zo hun eigen keuze te kunnen maken in plaats van professioneel advies. De jeugdverpleegkundige moet de ouders ondersteunen om zelf een keuze te maken uit verschillende opties. Deze manier van informatieverschaffing verhoogt de kans dat ouders daadwerkelijk iets met het advies doen.

Anticiperende voorlichting

De eerste behoeften van ouders zijn gehoord te worden, hun vragen te kunnen voorleggen aan en hun zorgen te kunnen delen met een professional in de JGZ. Ze verwachten daarbij een professionele, luisterende houding in een gelijkwaardige samenwerking tussen JGZ en ouders met heldere en eenduidige adviezen op maat, die hen in hun rol positief bekrachtigen en niet tot problematisering, stigmatisering en registratie leiden. Wanneer de professional met de anticiperende voorlichting aansluit bij deze adviezen, zal er zelden sprake zijn van ‘betutteling’. 

Onder anticiperende voorlichting verstaat men het informeren van ouders over de normale ontwikkeling van kind, voordat er sprake is van ‘probleemgedrag’. Het doel is de kennis en het inzicht van ouders te vergroten, zodat ouders zelf een afweging kunnen maken hoe zij met bepaalde behoeften en het daarbij horende gedrag van het kind om willen gaan.

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback