Het JGZ-team bestaat uit een jeugdarts, jeugdverpleegkundige en (dokters)assistente. Voor jeugdverpleegkundigen is opvoedingsondersteuning een belangrijke taak, voor jeugdartsen is het een neventaak [84]. Ook (ortho)pedagogen, verpleegkundig specialisten preventie en voorlichters eigen taal en cultuur (vetc’ers) in dienst van JGZ- organisaties vervullen een rol in de opvoedingsondersteuning. Het (anticiperend) voorlichten van ouders(s) over de ontwikkeling(sfase) van het kind om opvoedingsproblemen (of erger) te voorkomen kan tijdens alle contactmomenten plaatsvinden.
Informatie en advies is het eerste punt van de vijf functies van opvoedingsondersteuning, opgenomen in prestatieveld 2 van de Wmo. Typerend voor de JGZ is dat in principe elk consult collectieve pedagogische preventie bevat; alle kinderen worden gezien. Hierin staat anticiperende voorlichting centraal: zonder dat een ouder een specifieke vraag of individuele behoefte heeft, wordt informatie over de ontwikkeling gegeven van het kind per fase/leeftijd, het bijbehorende gedrag en hoe ouders daarmee om kunnen gaan en worden de basisopvoedvaardigheden van ouders gestimuleerd en wordt positief gedrag tussen ouder en kind bekrachtigd. Hierbinnen vallen ook het versterken van de eigen kracht, het vergroten van zelfvertrouwen, de zelfredzaamheid en bij alle ouders het stimuleren en faciliteren van de pedagogische civil society (zie verder: Gemmeke, 2011 [105]). Onderling contact tussen ouders wordt eveneens gefaciliteerd, bijvoorbeeld door groepsbijeenkomsten, waarmee ook weer de eigen kracht van ouders wordt versterkt.
Het geven van informatie over de ‘gewone’ ontwikkeling van ieder kind, is een onderdeel is van elk consult. De eerste behoefte van ouders is vooral om gehoord te worden, vragen te kunnen voorleggen en zorgen te kunnen delen als die er zijn in het contact met een JGZ professional. Kennis en inzicht van ouders worden vergroot, zodat ze zelf een afweging kunnen maken hoe zij met bepaalde behoeften en het daarbij horende gedrag van het kind om willen gaan. Wanneer de professional met de anticiperende voorlichting aansluit bij deze adviezen, zal er zelden sprake zijn van ‘betutteling’. Onder anticiperende voorlichting verstaat men het informeren van ouders over de normale ontwikkeling van kind, voordat er sprake is van ‘probleemgedrag’.
Taken jeugdartsen in de JGZ
Over de opvoeding worden jeugdartsen vaak geraadpleegd door ouders. Artsen gaan na – dan wel sluiten uit – of opvoedingsondersteuning vanuit een lichamelijke, psychische, cognitieve, sociale of spraak-/taalontwikkelingsachterstand nodig is [42]. Jeugdartsen geven waar nodig opvoedinformatie of -advies aan ouders in individuele contacten, zowel op het CB als op school.
Taken jeugdverpleegkundigen in de JGZ
Het praten over de dagelijkse verzorging, opvoeding en ontwikkeling van kinderen, het systematisch signaleren van de balans tussen draagkracht en draaglast en het aansluitend ondersteunen van ouders zijn belangrijke taken van jeugdverpleegkundigen in de JGZ. Die taken maken onderdeel uit van de producten Inschatten zorgbehoefte en Voorlichting, advies, instructie en begeleiding van het Basistakenpakket JGZ [39]. Jeugdverpleegkundigen bieden ouders ondersteuning in de vorm van anticiperende voorlichting en empowerment, tijdens individuele contacten op spreekuren en tijdens huisbezoeken, in groepen op het consultatiebureau en door het geven van oudercursussen en aanbieden van andere programma’s (zie hoofdstuk 6). Daarnaast doen jeugdverpleegkundigen preventieve gezondheidsonderzoeken (PGO’s) op het gebied van opgroeien en de opvoedingssituatie, verzorgen zij opvoedcursussen, doen opvoedspreekuren en voeren zij groepsgerichte activiteiten uit ter vergroting van het sociale netwerk van gezinnen. De meeste diensten en producten worden standaard (voor iedereen) aangeboden, in het kader van het bevorderen en in stand houden van de veiligheid, gezondheid en gezonde (psychosociale) ontwikkeling van kinderen en gezinnen. Beginnende of dreigende problemen in de opvoeding kunnen door jeugdverpleegkundigen samen met de ouders worden gesignaleerd en bijgestuurd. Extra zorg kan worden aangeboden aan risicogroepen. Deze extra zorg is binnen de kaders van preventie kortdurend van aard. Wanneer jeugdverpleegkundigen risico’s signaleren ten aanzien van de opvoeding van jeugdigen, dan schatten zij de gevolgen in voor de jeugdige (of maken zij een taxatie van de ernst van de problemen) en maken hierbij eventueel gebruik van een of meerdere meetinstrumenten. Na de beoordeling van de situatie kiezen zij samen met de ouders en/ of de jeugdige passende interventies gericht op het verminderen van risico’s (de draaglast) en het versterken van beschermende factoren (de draagkracht). Bij ernstige problemen schakelen ze gespecialiseerde expertise in, waartoe jeugdverpleegkundigen nauw samenwerken met pedagogen, (school)maatschappelijk werkers of gedragswetenschappers [84]. Jeugdverpleegkundigen werken vraaggericht, outreachend en ook in de vorm van ‘bemoeizorg’ voor zorgwekkende zorgmijders.
Taken hbo-pedagogen
Hbo-pedagogen of pedagogisch adviseurs4 in de JGZ, anno 2011 circa 60 in getal, werken meestal aanvullend op de medisch-verpleegkundige professionals. Zij coachen de jeugd- verpleegkundigen en jeugdartsen bij moeilijke casussen en bieden consultatie en deskundigheidsbevordering [39]. Andere taken van pedagogen zijn het uitvoeren of coördineren van spreekuren, voorlichting, advies geven, hulp bieden of deze coördineren. Tevens coördineren of ondersteunen zij bij de uitvoering van nieuwe preventieve (opvoedings)programma’s. Niet elke JGZ-organisatie heeft een pedagoog in dienst; het CJG vaak wel [84].
Taken doktersassistenten
In de JGZ hebben doktersassistenten drie kerntaken [211]:
- Zorg dragen voor intake, voorlichting en advies.
- Bijdragen aan medische zorg.
- Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken.
Een nieuwe ontwikkeling in de JGZ is gebruikmaken van triage. Dit betekent dat doktersassistenten volledige periodieke gezondheidsonderzoeken uitvoeren bij ‘niet-risicokinderen en -gezinnen’. Zij geven ouders standaardinformatie over algemene (opvoedings)vragen. Daarnaast signaleren zij of er mogelijk meer aan de hand is en verwijzen bij risico’s door naar de jeugdarts of jeugdverpleegkundige [211].
Taken verpleegkundig specialisten preventie werkzaam in de JGZ
Een verpleegkundig specialist werkzaam in de JGZ is een jeugdverpleegkundige met een erkende, specifieke masteropleiding en ervaring op expertniveau, die wordt ingezet voor een omschreven groep patiënten/cliënten die hij/zij zelfstandig begeleidt of behandelt. Care en cure worden met elkaar verenigd [302] onder andere in het uitvoeren van alle consulten op het consultatiebureau. Er ontstaat een geïntegreerde werkwijze van zowel medische als verpleegkundige zorg om vroegtijdig somatische, psychosociale en ontwikkelingsproblematiek bij jeugdigen te signaleren, onderkennen, voorkomen en terug te dringen. Zo nodig stellen de verpleegkundig specialisten een behandelplan op waarin rekening gehouden wordt met de jeugdige als individu binnen het systeem. Zij verrichten voornamelijk uitvoerende, coördinerende en innoverende taken binnen de zorgketen van de JGZ. De dagelijkse werkzaamheden worden uitgevoerd vanuit het consultatiebureau in nauwe samenwerking met betrokken professionals. De verpleegkundig specialist maakt deel uit van een team met de jeugdarts, consultatiebureauassistente en jeugdverpleegkundige [332]. Deze verpleegkundige specialisten nemen in de keten zorgtaken over van jeugdartsen. Ze vervullen een voortrekkersrol in de innovatie van het beroep en de zorg. Zij nemen actie, onderbouwd door onderzoek, en dragen bij aan de implementatie van onderzoeksresultaten.
Zij leveren een bijdrage aan de deskundigheidsbevordering van eigen en andere disciplines en aan de kwaliteit van zorg [302][75]. Niet alle JGZ-organisaties hebben verpleegkundig specialisten in dienst. Dit wordt wel landelijk door de V&VN aanbevolen.
Taken voorlichters eigen taal en cultuur
Deze mbo-professionals geven voorlichting en oudercursussen aan (niet-westerse) allochtone ouders [84].