Britse beroepscompetenties voor het werken met ouders: enkele voorbeelden
Elementen van de Britse beroepscompetenties voor het werken met ouders
De afkorting WWP staat voor ‘work with parents’. De nummers 200, 300 en 400 (zie hieronder) verwijzen naar de verschillende niveaus van beroepsuitoefening.
In Nederland geniet de indeling naar niveaus voor beroepsopleidingen een grotere bekendheid in het werkveld dan de indeling naar beroepsniveaus, vandaar de volgende vergelijking. De reeks beroepscompetenties in 200 ligt op het niveau van een beroepsbeoefenaar die over een opleiding beschikt op mbo 2-niveau, een soort ‘helpende’ welzijnswerker. De reeks in 300 vergelijken we met het niveau van een professional die beschikt over een opleiding op mbo 3- of 4-niveau, zoals sociaal-pedagogisch werk en sociaal-cultureel werk. De reeks competenties in 400 vergelijken we met het niveau van een beroepskracht die over een opleiding op mbo 4- of hbo-niveau beschikt.
Nota bene: onderstaande competenties hebben geen formele betekenis voor de Nederlandse situatie.
|
WWP 201 WWP 201.1 WWP 201.2 |
Draag bij aan het opbouwen van een relatie bij het werken met ouders. Luister naar ouders en reageer op ze. Help ouders bij het gebruik van voorzieningen voor opvoedingsondersteuning. |
|
WWP 202 WWP 202.1 WWP 202.2 WWP 202.3 |
Biedt toegang tot kennis en informatie. Vraag om en geef informatie op de juiste toon en het juiste niveau. Geef rechtstreeks kennis en informatie aan ouders. Geef ouders de mogelijkheid om zelf kennis en informatie te verwerven. |
|
WWP 203 WWP 203.1 WWP 203.2 |
Draag bij aan een veilige omgeving voor iedereen. Zorg ervoor dat ouders zich prettig voelen. Waardeer en respecteer de diversiteit in de cultuur en achtergrond van de ouders. |
|
WWP 204 WWP 204.1 WWP 204.2 WWP 204.3 |
Help ouders veilig te houden (bescherm ouders). Volg de procedures wat betreft veiligheid. Herken bedreigingen van de veiligheid. Volg de procedures in nood- en crisissituaties. |
|
WWP 301 WWP 301.1 WWP 301.2 WWP 301.3 |
Relaties opbouwen en onderhouden bij het werken met ouders. Onderhandel over en erken de basis voor relaties met ouders. Stel de grenzen van de relatie vast. Onderhoud de relatie met de ouders. |
|
WWP 302 WWP 302.1 WWP 302.2 WWP 302.3 |
Communiceer op effectieve wijze met de ouders. Maak communicatie met ouders mogelijk en moedig die aan. Erken en reageer op communicatiebehoeftes. Erken en reageer op barrières voor de communicatie. |
|
WWP 303 WWP 303.1 WWP 303.2 WWP 303.3 |
Bewaak de vertrouwelijkheid maar bescherm ook het kind. Houd je aan de vertrouwelijkheid/privacy. Houd gegevens bij en ga zorgvuldig om met vertrouwelijke informatie. Reageer op zorgen over de veiligheid van het kind. |
|
WWP 304 WWP 304.1 WWP 304.2 |
Relaties opbouwen en onderhouden met collega’s die werken met ouders. Leg contact met collega’s en communiceer met hen op een effectieve manier. Erken en waardeer het werk van collega’s. |
|
WWP 305 WWP 305.1 WWP 305.2 WWP 305.3 |
Relaties opbouwen en onderhouden met de gemeenschap in bredere zin. Identificeer en leg contact met sleutelfiguren in de gemeenschap. Leg contact met belanghebbende figuren in de gemeenschap. Deel informatie en moedig de gemeenschap aan ouders te steunen. |
|
WWP 306 WWP 306.1 WWP 306.2 |
Ouders de mogelijkheid tot reflectie bieden over de invloeden op de opvoeding en de ouder-kindrelatie. Help ouders te kijken naar factoren die de opvoeding beïnvloeden en de effecten daarvan te onderkennen. Werk samen met ouders bij het gebruiken van kennis over en bewustzijn van de verschillende factoren die de opvoeding beïnvloeden. |
|
WWP 307 WWP 307.1 WWP 307.2 |
Werk samen met ouders om aan de behoeftes van hun kinderen te voldoen. Werk samen met ouders om hen de onderlinge afhankelijkheid en doorgaande ontwikkeling in de relatie tussen ouders en kinderen te leren begrijpen. Werk met ouders om kinderen te ondersteunen op een manier die aansluit bij de leeftijd van de kinderen. |
|
WWP 308 WWP 308.1 WWP 308.2 WWP 308.3 WWP 308.4 |
Help ouders relaties en gedrag te ontwikkelen die bijdragen aan hun dagelijkse leven met de kinderen. Help ouders de gevoelens en het gedrag van kinderen te begrijpen en erop te reageren. Help ouders een positieve interactie met hun kinderen te ontwikkelen. Ontwikkel de kennis van de ouders om het spel, leervermogen en de creativiteit van kinderen te stimuleren. Zoek met ouders naar positieve manieren om aan de fysieke behoeftes van hun kinderen te voldoen. |
|
WWP 309 WWP 309.1 WWP 309.2 |
Werk samen met ouders om hen te helpen hun eigen behoeftes te begrijpen en te vervullen. Stel ouders in staat hun behoeften te onderzoeken. Helpen ouders te voldoen aan de behoeftes die ze hebben vastgesteld. |
|
WWP 310 WWP 310.1 WWP 310.2 WWP 310.3 |
Denk na over en vernieuw je eigen kennis en manier van handelen. Denk na over en evalueer de effectiviteit van je eigen handelen. Identificeer en maak gebruik van kansen om je eigen manier van handelen te ontwikkelen en te vernieuwen en leer van de ervaring van anderen. Integreer nieuwe kennis, de ervaringen van anderen en huidige ideeën in je eigen manier van handelen. |
|
WWP 311 WWP 311.1 WWP 311.2 |
Draag bij aan het werk van het team. Werk als een deel van het team. Ondersteun de anderen bij het ontwikkelen van hun rol. |
|
WWP 312 WWP 312.1 WWP 312.2 WWP 312.3 WWP 312.4 |
Bied die dienstverlening aan ouders waaruit respect en waardering blijken. Luister naar de ouders en erken hun gevoelens en ervaringen. Herken de sterke punten van de ouders en help ze deze te ontwikkelen. Vergroot de waarde en erkenning van diversiteit in de opvoeding en samenleving. Herken de barrières die individuele families ervaren en bepaal de steun die ze nodig hebben. |
|
WWP 313 WWP 313.1 WWP 313.2 WWP 313.3 |
Stem de dienstverlening af op de behoeften van ouders. Kom met ouders tot overeenstemming over hun behoeftes. Onderzoek met ouders het effect van uitdagingen en verandering. Ontwikkel met ouders strategieën voor het omgaan met veranderingen en uitdagingen. |
|
WWP 314 WWP 314.1 WWP 314.2 WWP 314.3 |
Werk met ouders met complexe vragen die moeilijk toegang krijgen tot dienstverlening. Draag zorg voor een dienstverlening die tegemoet komt aan de behoefte van ouders. Geef ouders toegang tot diensten en ondersteuning. Bied ouders in complexe situaties de gelegenheid te leren over de opvoeding. |
|
WWP 315. WWP 315.1 WWP 315.2 WWP 315.3 |
Tref voorzieningen voor de bescherming en veiligheid van ouders. Help ouders om zich te beschermen tegen mishandeling. Draag zorg voor een gezonde en veilige leefsituatie overeenkomstig bestaande regels. Volg de regels in geval van nood of crisis. |
|
WWP 316 WWP 316.1 WWP 316.2 |
Bied een omgeving aan waarin rekening wordt gehouden met de cultuur, religie, geslacht of handicaps van de ouders. Draag er zorg voor dat ouders zich op hun gemak voelen. Draag zorg voor materialen, hulpbronnen en een omgeving die aansluiten bij de behoeften van de ouders. |
|
WWP 317 WWP 317.1 WWP 317.2 |
Maak publiciteit over de dienstverlening aan ouders en werf ouders. Publiceer en verspreid informatie over opvoedingsondersteuning. Werf ouders voor activiteiten op het gebied van opvoedingsondersteuning. |
|
WWP 318 WWP 318.1 WWP 318.2 |
Ontwikkel trainingen. Bepaal mogelijkheden voor trainingssessies. Train mensen die willen leren. |
|
WWP 319 WWP 319.1 WWP 319.2 WWP 319.3 |
Werken met groepen ouders. Bepaal het bereik van en de basis voor het werk. Kies methoden en materialen die aansluiten op de behoeften van de groep. Maak een effectief groepsproces mogelijk. |
|
WWP 401 WWP 401.1 WWP 401.2 WWP 401.3 |
Werk samen en werk aan samenwerking met verschillende instellingen en sectoren. Propageer integratie en strategieën om met verschillende sectoren samen te werken. Communiceer en onderhoud contact op effectieve wijze met andere instellingen/sectoren. Stel grenzen vast en definieer de verschillende rollen van de instellingen. |
|
WWP 402 WWP 402.1 WWP 402.2 |
Steun anderen bij het ontwikkelen van hun werkzaamheden. Steun anderen en deel problemen en moeilijke zaken met ze. Deel je eigen ervaringen om anderen te helpen. |
| WWP 403 | Geef leiding aan je team. |
|
WWP 404 WWP 404.1 WWP 404.2 WWP 404.3 |
Leid of coördineer laagdrempelige, toegankelijke voorzieningen vooropvoedingsondersteuning. Propageer een cultuur waarin diversiteit en verschillen worden gewaardeerd. Help uitvoerders te reageren op de behoefte van de ouders aan een laagdrempelige, toegankelijke ondersteuning. Volg en evalueer het effect van laagdrempelige en toegankelijke ondersteuning. |
|
WWP 405 WWP 405.1 WWP 405.2 WWP 405.3 |
Draag verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de ouders, het personeel en de omgeving. Houd je aan de wettelijke gezondheids- en veiligheidsvoorschriften. Train professionals regelmatig over actuele ontwikkelingen in de gezondheid(szorg), veiligheid en bescherming van kinderen. Ontwikkel systemen en procedures voor het delen van informatie met het oog op de bescherming van het kind. |
|
WWP 406 WWP 406.1 WWP 406.2 |
Draag zorg voor financiële middelen. Verwerf extra financiële middelen en zet die in. Controleer en evalueer de effectiviteit van de ingezette financiële middelen. |
|
WWP 407 WWP 407.1 WWP 407.2 |
Volg en bepaal de invloed van trends op en ontwikkelingen in de opvoeding. Houd informatie over ontwikkelingen in de opvoeding bij en analyseer die. Onderzoek en bepaal de invloed van trends op en ontwikkelingen in de opvoeding. |
|
WWP 408 WWP 408.1 WWP 408.2 |
Draag bij aan kwalitatief hoogwaardige dienstverlening op het terrein van opvoedingsondersteuning en ontwikkelingsstimulering. Verhoog de kwaliteit van het werken met ouders. Kies systemen en procedures die de kwaliteit bewaken, onderhoud deze en stel ze indien nodig bij. |
| WWP 409 | Houd je aan wetten en voorschriften en respecteer ethische en sociale codes. |