7.2 Werkwijze

JGZ-richtlijn Opvoedondersteuning

Opvoedondersteuning

De richtlijn is ontwikkeld volgens de methode van evidencebased richtlijnontwikkeling (EBRO, 2007). De basis voor de richtlijn is een samenvatting van de beschikbare evidentie in de wetenschappelijke literatuur, op onderdelen aangevuld met uitkomsten van overig onderzoek. Op basis hiervan zijn aanbevelingen geformuleerd voor de praktijk. 

Bij de ontwikkeling van de richtlijn is rekening gehouden met het patiënten- of gebruikersperspectief. 

Het eindproduct bestaat uit een achtergrondboek, een samenvatting en drie kaarten.

Na de voorbereiding heeft een inventarisatie van de knelpunten in de uitvoering van opvoedingsondersteuning en een analyse van de huidige werkwijze in de JGZ- praktijk (zie Bestanden) en in de tweede lijn (jeugdzorg, jeugdhulpverlening) plaatsgevonden.

De kerngroep heeft de knelpunten en uitgangsvragen vastgesteld en voorgelegd aan de deelnemers van twee focusgroepen en aan de verschillende vertegenwoordigde beroepsgroepen. Daarna zijn bestaande protocollen van de jeugdgezondheidszorg, maatschappelijk werk, de opvoedsteunpunten en Bureaus Jeugdzorg en richtlijnen van aanpalende beroeps- verenigingen en bestaande buitenlandse protocollen bestudeerd. 

Vervolgens zijn uitgangsvragen opgesteld en heeft gericht literatuuronderzoek plaatsgevonden. Er is een ontwerp van een beslisschema bij opvoedproblematiek gemaakt, een kaart met een overzicht van signaleringsinstrumenten en beschikbare, evidence-based interventies, waarna de concept-richtlijn is geschreven, die is voorgelegd aan de brede werkgroep, de beroepsverenigingen, de brancheorganisaties en een groep van JGZ-managers. 

Vervolgens heeft de Richtlijnadviescommissie in twee vergaderingen haar oordeel uitgesproken, volgde een landelijke commentaarronde en is na de praktijktest op voorspraak van de beroepsverenigingen in overleg met ZonMw de richtlijn gefocust op de JGZ-medewerkers met behoud van de bruikbaarheid in de context van het CJG. 

Nadat de indicatoren van de proefimplementatie zijn vastgesteld, een determinantenanalyse is gemaakt en de praktijktest heeft plaatsgevonden, is de definitieve versie van de ‘richtlijn Opvoedingsondersteuning ’ geschreven gevolgd door de eindrapportages.

Ontwerp van het beslissingsschema bij opvoedproblematiek

Aan de hand van bovenstaande inventarisatie van knelpunten (focusgroepen met ouders, professionals en experts), de bestudering van bestaande protocollen/richtlijnen en het literatuuronderzoek is een beschrijving gegeven van de optimale uitvoering van de functies van opvoedingsondersteuning in de JGZ (collectieve en individuele voorlichting, preventie, vroegsignalering, advisering, opvoedhulp, verwijzing en de monitoring na verwijzing van kinderen en coördinatie van zorg). Het collectieve programma met betrekking tot opvoedingsondersteuning (informatie, voorlichting, advies, sociale steun en signalering) is geformuleerd als uitwerking van de zorglijn voor opvoedingsondersteuning in de JGZ (Bijlage Levensloop en contactmomenten (bijlage 1).

Het individuele vervolgtraject na een verwijzing is globaal geformuleerd, gebaseerd op afspraken over toeleiding, overdracht en informatie-uitwisseling met andere betrokken beroepsgroepen, zoals de huisartsen, pedagogen, gedragswetenschappers, maatschappelijk werkers, de zorg- en adviesteams
en de professionals uit de jeugdzorg. Dit heeft geleid tot het basisontwerp voor het beslisschema bij opvoedproblematiek, waarin zijn opgenomen: signalering, zorgbehoeftebepaling, ernsttaxatie, conclusie, interventiekeuze, hulpaanbod, toeleiding, verwijzing, communicatie, rapportage en monitoring. Daarnaast is een kaart gemaakt van de beschikbare signaleringsinstrumenten en interventies voor opvoedingsondersteuning in de JGZ, een kaart met de gewenste competenties voor opvoedingsondersteuning in de JGZ en is de samenvatting geschreven.

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback