3.2.3 Competenties van professionals in de JGZ

JGZ richtlijn Opvoedondersteuning (2013)

Opvoedondersteuning

Een beroepscompetentieprofiel biedt professionals een fundament voor hun werk en voorziet opleidingen van uitgangspunten voor leertrajecten (Buurman et al., 2009). In ons land bestaat nog geen beroepscompetentieprofiel voor ‘opvoedingsondersteuner’ (www.nji.nl Deze linkt opent in een nieuw tabblad). Wel bestaat er een profiel voor de verschillende disciplines werkzaam in de JGZ waarin de benodigde competenties beschreven staan.

Competentieprofiel jeugdarts

Het competentieprofiel van een jeugdarts na twee jaar opleiding bevat competenties op een aantal domeinen: medisch handelen, communicatie, samenwerking, kennis en wetenschap, maatschappelijk handelen en professionaliteit. De jeugdarts heeft het vermogen om op basis van geïntegreerde kennis, vaardigheden en houding adequaat te handelen in complexe beroepssituaties. Er zijn voor de jeugdarts geen specifieke competenties op het gebied van opvoedingsondersteuning beschreven [209].

Competentieprofiel jeugdverpleegkundige

In het competentieprofiel van de jeugdverpleegkundige staat beschreven over welke competenties zij moet beschikken om haar taken binnen het Basistakenpakket JGZ op professionele wijze in te vullen. De twee taken van het Basistakenpakket die gerelateerd zijn aan opvoedingsondersteuning zijn ‘inschatten zorgbehoeften’ en ‘voorlichting, advies, instructie en begeleiding’.

Voor de taak ‘inschatten zorgbehoefte’ is het belangrijk dat de jeugdverpleegkundige de zorgbehoefte (preventief) kan signaleren en analyseren. Hierbij is het van belang dat de jeugdverpleegkundige bij opvoedvragen en/of -problemen symptomen kan onderscheiden van een eventueel onderliggend probleem. Ook moet ze risicokinderen kunnen indiceren en een zorgplan op kunnen stellen. Hierdoor ontstaat een inschatting, plan of raming voor een optimale balans tussen de invloed van risicofactoren en beschermende factoren op het gezond opgroeien van jeugdigen.

Voor de taak ‘voorlichting, advies, instructie en begeleiding’ moet de jeugdverpleegkundige universele, selectieve en geïndiceerde preventieve activiteiten uit kunnen voeren. Ook moet zij vroege interventies uit kunnen voeren en (nieuwe) sociale media kunnen gebruiken. Daarbij moet zij haar kennis gebruiken over het motiveren en stimuleren van gedragsverandering. Hierdoor wordt een gezonde verzorging, opvoeding, leefstijl en ontwikkeling bij een zo groot mogelijk aantal jeugdigen bereikt [183]. Voor de uitgebreide beschrijving van de competenties van jeugdverpleegkundigen zie Bijlage Competenties jeugdverpleegkundigen (bijlage 4).

Competentieprofiel verpleegkundig specialist preventie werkzaam in de JGZ

Voor verpleegkundig specialisten preventie werkzaam in de JGZ is een specifiek profiel opgesteld. Naast kennis moeten zij sociale vaardigheden bezitten om gedragsverandering bij ouders en hun naasten te verwezenlijken en weerstanden te overbruggen. Hiervoor zijn tact, geduld, inlevingsvermogen en overredingskracht noodzakelijk en de verpleegkundig specialist moet kunnen luisteren. Kunnen motiveren, stimuleren en corrigeren zijn van belang bij het geven van coaching, supervisie, scholing en instructie aan jeugdverpleegkundigen, jeugdartsen en andere betrokken hulpverleners. Een voorbeeld van het profiel van de verpleegkundig specialist preventie (werkzaam in de JGZ) van de Zorggroep Almere is te vinden in Bijlage Profiel verpleegkundig specialist preventie werkzaam in de JGZ (bijlage 5). In grove lijnen wordt dit profiel ook in andere organisaties gehanteerd.

Competentieprofiel doktersassistenten

Voor doktersassistenten werkzaam in de JGZ zijn competenties geformuleerd voor de drie kerntaken die zij hebben. Opvoedingsondersteuning valt onder kerntaak 1, zorg dragen voor intake, voorlichting en advies, en daarvoor zijn de volgende competenties geformuleerd [211]

De doktersassistente is in staat:

  • Tot het zelfstandig uitvoeren van screenings.
  • Om volgens protocol, werkinstructie, triage zelfstandig uit te voeren. Zij is in staat om af te wegen of het betrekken van of verwijzen naar een andere discipline noodzakelijk is voor het behalen van de hulpverleningsdoelen.
  • Om de jeugdigen en opvoeders op een hulpvaardige manier te benaderen zodat de jeugdigen en/of opvoeders zich op hun gemak voelen en weten zij kunnen verwachten tijdens de uitvoering van de screening.
  • Om in haar werk bewust en systematisch rekening te houden met het unieke referentiekader van de jeugdigen, de opvoeders en het opvoedingsklimaat.
  • Helder en zorgvuldig te communiceren met de jeugdigen en opvoeders.
  • Verschillende gesprekstechnieken te hanteren, zoals motiverende en activerende gesprekstechnieken.
  • Om in contact met de jeugdigen en opvoeders verbaal en non-verbaal te signaleren welke behoefte de jeugdigen en hun opvoeders hebben.
  • Beschikbare digitale middelen (chat, mail, website) in te zetten en te hanteren als het gaat om het geven van advies en informatie.
  • Zowel individuele als groepsvoorlichting te geven over leefstijlthema’s.

 

Vereiste competenties van CJG-professionals

Voor CJG-professionals in het algemeen is een aantal competenties opgesteld. Bij het beschrijven van competenties van professionals binnen het CJG wordt onderscheid gemaakt tussen competenties die in relatie staan tot de doelstellingen van het CJG en competenties die in relatie staan tot de kerntaken van het CJG [161]. De competenties die in relatie staan tot de doelstellingen van het CJG zijn onderverdeeld in vijf clusters [161][121].

1. Vraaggericht werken

De professional gaat uit van de (al dan niet expliciete) vragen, wensen en behoeften van jeugdigen en hun opvoeders op het gebied van gezondheid, ontwikkelingen, opgroeien en opvoeden. Hierbij kan het, behalve om individuele vragen, ook gaan om collectieve opvoedingsvragen. De professional levert dus ook preventie, ondersteuning, hulp of zorg gericht op de totale doelgroep van de in Nederland wonende jeugdigen en hun ouders.

2. Klantversterkend werken

De professional doet een beroep op de eigen kracht en het probleemoplossende vermogen van de jeugdigen, opvoeders en hun sociale omgeving. De professional ondersteunt mensen om zelf een oplossing te vinden voor hun problemen.

3. Omgevingsgericht werken

De professional is omgevingsgericht. Hij/zij signaleert individuele problemen van jeugdigen én maatschappelijke ontwikkelingen en neemt op basis daarvan initiatief.

4. Samenwerkingsgericht werken

Binnen het CJG is effectief samenwerken van essentieel belang. Het gaat hierbij om vertrouwen tussen professionals, om kennis over elkaars professie en organisatie en om eenduidigheid in taalgebruik. De professional is actief in samenwerkings- en ketenverbanden en vervult de verantwoordelijkheid die hij/zij in die verbanden draagt. Zie paragraaf 4.4 voor meer informatie.

5. Werken in een netwerkorganisatie

De professionals zijn de kracht en het visitekaartje van het CJG. Daarom is het van belang dat alle professionals weten waar het CJG voor staat, de visie van het centrum onderschrijven en deze uitdragen in hun manier van werken met ouders en jeugdigen.

De specifieke competenties behorende bij de doelstellingen en taken van het CJG zijn beschreven door Van de Haterd et al. (2010)[121]. Competenties gerelateerd aan de taken het geven van informatie, voorlichting, advies, instructie en begeleiding en het bieden van passende (lichte) hulp zijn relevant voor opvoedingsondersteuning in het CJG.

Competenties voor het geven van online opvoedingsondersteuning

Online hulpverlening, waaronder opvoedingsondersteuning aan ouders, maakt een steeds groter deel uit van de gereedschapskist van moderne hulpverleners. Verdere groei van deze vorm van hulp of ondersteuning valt daarbij te verwachten [270]. Aan beroepskrachten die online hulp geven worden geen specifieke eisen gesteld. In de praktijk blijkt dat het bieden van online hulp andere kennis en vaardigheden van beroepskrachten vraagt dan reguliere hulpverlening. Naast ervaring met typen, computers en internet vraagt online hulp vooral specifieke communicatieve vaardigheden, omdat non-verbale informatie ontbreekt (www.nji.nl/dossier online hulpverlening).

Het Nederlands Jeugdinstituut heeft samen met deskundigen op het gebied van online hulp en opvoedingsondersteuning (een zogenaamde kenniskring) de competenties en randvoorwaarden voor het geven van online opvoedingsondersteuning beschreven [179]. Hierin staan zowel de overall kwalificaties als professionele opvoedingsondersteuner beschreven alsook de digitale competenties.

Zelfreflectie

Naar aanleiding van vragen vanuit de praktijktest van de richtlijn Opvoedingsondersteuning is een eerste aanzet gemaakt voor een ‘zelfreflectie-instrument individuele opvoedings- ondersteuning’ voor JGZ-professionals. Hierin zijn diverse competenties beschreven waarbij professionals kunnen aangeven in hoeverre zij over bepaalde competenties beschikken. Het is een eerste aanzet en dus een ontwikkelingsmodel. Dit zal afgestemd moeten worden op andere competentieprofielen van de JGZ (die in ontwikkeling zijn).

Dit zelfreflectie- instrument staat in Bijlage Zelfreflectie-instrument individuele opvoedingsondersteuning (bijlage 9).

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback