3.4.2 Methoden voor opvoedingsondersteuning

JGZ richtlijn Opvoedondersteuning (2013)

Opvoedondersteuning

Alvorens we de talrijke programma’s en interventies voor opvoedingsondersteuning beschrijven, geven we eerst een beknopt overzicht van de verschillende methoden die gehanteerd worden bij het aanbieden van opvoedingsondersteuning. De term ‘methode’ definiëren we daarbij als werkwijze of procedure die gevolgd wordt, los van het inhoudelijke programma of de specifieke interventie. Het gaat in onze omschrijving van ‘methode’ louter om het type activiteit of werkwijze die gevolgd wordt, los van de theoretische inhoud. 

Een van de manieren om het aanbod in kaart te brengen is ‘De piramide van opvoedingsondersteuning’ zoals door Van Dijk en Prinsen (2008)[85] beschreven, waarbij de behoefte van ouders een leidend principe is (zie figuur 2). Ouders zoeken in eerste instantie informatie of advies binnen hun eigen sociale netwerk van familie, vrienden en kennissen. Het gaat hier dus om informele opvoedingsondersteuning; steun die spontaan aangeboden wordt door anderen in de eigen omgeving van de ouder of door vrijwilligers die daar speciaal voor worden ingezet [254].

Figuur 2. Piramide van opvoedingsondersteuning [85].

Speetjens en collega’s (2009)[278] omschrijven informele opvoedingsondersteuning als interventies die ‘laagdrempelig, niet intensief, vrijblijvend, gericht op informatievoorziening en veelal niet gelieerd aan de overheid zijn’ [278].

Vanaf niveau B hebben we te maken met de formele opvoedingsondersteuning zoals die wordt aangeboden in de JGZ. Niveau B heeft dan betrekking op algemene, anticiperende voorlichting en advies bestemd voor alle ouders. Ook heeft de JGZ vanuit haar collectief preventieve opdracht een rol in het stimuleren en faciliteren van de pedagogische civil society en het versterken van de vermogens van ouders en kinderen. Wanneer informatie en algemene advisering niet voldoende zijn voor ouders, ontstaat bij ouders de behoefte aan hulp. 

Niveau C beschrijft alle lichte opvoedhulp, bestemd voor alle ouders. Het kan hier dus gaan om vraaggerichte advisering, korte begeleiding van ouders en praktische hulp. 

Niveau D ten slotte beschrijft alle vormen van opvoedingsondersteuning die gericht is op specifieke subgroepen van gezinnen: bepaalde risicogroepen of gezinnen waar bepaalde problemen rond opvoeding en ontwikkeling geconstateerd zijn. 

Beide benaderingen van opvoedingsondersteuning zijn ook weergegeven in deze figuur: de populatiebrede benadering bestrijkt alle niveaus, terwijl de risicogerichte benadering alleen activiteiten en interventies aanbiedt die op niveau C of D liggen. Activiteiten in de risicobenadering richten zich dus altijd op subgroepen waar risico’s of problemen gesignaleerd zijn. Met behulp van de website van het Nederlands Jeugdinstituut en de handreiking Opvoedingsondersteuning in het CJG [85] hebben we hieronder een overzicht samengesteld van min of meer algemene ‘methodieken’ die momenteel ingezet worden in de JGZ en/of het CJG bij het ondersteunen van ouders. Deze methodieken worden hieronder los van bepaalde programma’s beschreven. 

In ons overzicht volgen we – voor zover mogelijk – de eerder genoemde piramide van opvoedingsondersteuning. Dat wil zeggen: we starten met methodieken op het universele preventieniveau en eindigen bij vormen van opvoedingsondersteuning die gericht zijn op specifieke risicogroepen.

Informele vormen van opvoedingsondersteuning (niveau A)

Contacten via het sociale netwerk van ouders, het kinderdagverblijf, peuterspeelzaal en school. Ook contacten en informatie via laagdrempelige voorzieningen zoals de bibliotheek en de speelgoeduitleen vallen hieronder.

Televisieprogramma’s (niveau A)

Televisieprogramma’s over opvoeden zoals ‘Schatjes’, ‘Eerste hulp bij opvoeden’, The Nanny’ hebben een zeer groot bereik onder ouders en zijn daarmee een belangrijke vorm van informele opvoedsteun. De effecten van deze programma zijn nog nooit geëvalueerd.

Websites (niveau A)

Internetsites hebben, net als tv, een enorm bereik, maar het aanbod van verschillende websites over opvoeding is groot en gevarieerd. Websites hebben in de regel fora of ruimtes waar ouders op elkaar kunnen reageren en elkaar adviezen en tips kunnen geven. Ouders die bepaalde vragen hebben, kunnen zo anoniem een antwoord of een advies krijgen op hun vraag. Ouders Online presenteert zichzelf als ‘de grootste ouders-community van Nederland’ voor ouders van baby’s tot en met pubers en toekomstige ouders. Maar er zijn ook andere websites beschikbaar. Voor ouders die willen opvoeden op islamitische grondslag is er www.opvoedingsmix.nl Deze linkt opent in een nieuw tabblad.

Schriftelijke informatie (niveau A, B, C)

Ouders van Nu, J/M voor Ouders, Groter Groeien, Kinderen, Viva Mama en Kek Mama zijn meer of minder bekende opvoedtijdschriften. Ouders van Nu is het meestgelezen blad. Naast de informele tijdschriften biedt ook de JGZ schriftelijke informatie aan. De GroeiGids (een serie van 7 boekjes, die (aanstaande) ouders informatie biedt over de ontwikkeling, gezondheid en opvoeding van hun kind vanaf het moment van een kinderwens tot en met de puberteit) en de peuterbrieven zijn bekende voorbeelden van informatie die breed verspreid wordt door de JGZ.

Pedagogische advisering (niveau B, C, D)

Het pedagogische adviesgesprek vormt een kernactiviteit binnen het aanbod aan opvoedings- ondersteuning van de JGZ en dus ook van het CJG. Het gaat hierbij om kortdurende ondersteuning van ouders bij lichte opvoedingsvragen en -problemen; dit kan op de vaste contactmomenten van het CB of tijdens inloopspreekuren of telefonische spreekuren. Kenmerkend voor pedagogische advisering zijn een vraaggerichte werkwijze en een concrete invalshoek. Pedagogische advisering kan in een tot drie gesprekken worden uitgevoerd.

Huisbezoek (niveau C, D)

Huisbezoeken worden regulier toegepast in de jeugdgezondheidszorg. Naast enkele vaste huisbezoeken kan de jeugdverpleegkundige enkele extra huisbezoeken brengen om een gezin extra ondersteuning en begeleiding te geven. Verschillende programma’s zoals Samen Starten, Stevig Ouderschap, VoorZorg en Kortdurende Video-Hometraining maken gebruik van huisbezoeken. Ook spelen vrijwilligers hierin een rol, zoals bij programma’s als Home-Start en MIM. Het doen van huisbezoeken is een krachtige pijler gezien het grote bereik en de kosteneffectiviteit.

Ontmoetingsmogelijkheden voor ouders (niveau A,B, C)

Inloopbijeenkomsten of ontmoetingsactiviteiten vormen de lichtste variant van groepsgerichte opvoedingsondersteuning (website NJi). De waarde ligt vooral in het laagdrempelige (vrijblijvende) karakter, waardoor de activiteit aantrekkelijk is voor ouders die anders niet zo gemakkelijk van een voorziening voor opvoedingsondersteuning gebruikmaken. Voor inloopactiviteiten zijn allerlei vormen en benamingen in omloop zoals koffieochtenden, spelmiddagen, ontmoetingsplaatsen voor ouders, groepsconsultatiebureau, kruipgroepen of babysoos. Een inloopactiviteit is kleinschalig en buurtgericht en soms ook gekoppeld aan een specifieke voorziening zoals een consultatiebureau, peuterspeelzaal, ouderkamer op school of een spelotheek. Het accent ligt vooral op de ontmoetingsfunctie en het contact tussen ouders onderling, meestal moeders. Vaak zijn hun jonge kinderen ook hierbij aanwezig.

Themabijeenkomsten en ouderavonden (niveau B,C, D)

Eenmalige bijeenkomsten voor ouders over onderwerpen die te maken hebben met de opvoeding en ontwikkeling van kinderen komen in Nederland veelvuldig voor. Ze worden meestal georganiseerd vanuit de basisvoorzieningen die in nauw contact staan met ouders en kinderen, zoals scholen, kinderdagverblijven of peuterspeelzalen, het consultatiebureau of het buurtcentrum. Het doel van deze eenmalige bijeenkomsten is:

  • voorlichting aan ouders over uiteenlopende thema’s die te maken hebben met de ontwikkeling, opvoeding of het onderwijs;
  • het bevorderen van contact tussen ouder en de instelling, vormgeven aan ‘samen opvoeden’;
  • het versterken van contacten tussen ouders onderling door het delen en bespreken van opvoedingservaringen.

 

Oudercursussen (niveau C, D)

Oudercursussen kunnen worden omschreven als een serie van ten minste drie bijeenkomsten voor ouders met een vaste groep deelnemers. Het is een vorm van groepsgerichte opvoedings- ondersteuning. Oudercursussen zijn doorgaans gericht op ouders die vragen hebben over de opvoeding en op ouders met lichte opvoedingsproblemen.
Oudercursussen kunnen op verschillende gebieden gericht zijn, zoals:

  • een bepaalde ontwikkelingsfase (bv. Peuter in Zicht!, Beter omgaan met pubers);
  • een specifiek onderwerp (bv. drukke kinderen);
  • opvoedingsvaardigheden (bv. Opvoeden: Zó!, Gordon-cursus: ‘Effectief omgaan met kinderen’).

 

Oudertrainingen (niveau C, D)

Een oudertraining is een intensieve en gestructureerde vorm van opvoedingsondersteuning. Een oudertraining kan zowel groepsgericht zijn als individueel gericht. Video-hometraining is een voorbeeld van een veelgebruikte individuele oudertraining: een videohometrainer maakt drie keer een opname van de ouder-kind interactie bij de ouders thuis en komt dan drie keer nabespreken. Video-hometrainingen worden toegepast bij overmatig huilen en bij gedragsproblemen van de baby tot de peuterleeftijd. Bij oudere kinderen en adolescenten kunnen oudertrainingen eveneens ingezet worden, meestal in de vorm van geïndiceerde jeugdzorg in situaties waarbij het kind een gedragsstoornis heeft. Ouders worden als ‘mediator’ getraind om thuis het gedrag van hun kind te veranderen.

Thuisbegeleiding (niveau D)

Onder thuisbegeleiding wordt meestal een intensieve vorm van begeleiding door de thuiszorg verstaan aan gezinnen die de grip op de structuur van het dagelijks leven kwijt zijn. Thuisbegeleiding heeft een praktische insteek van meewerken en voorbeeldgedrag tonen bij het aanleren van nieuw gedrag door financiën te ordenen, huishouden op te ruimen, het gezinsmanagement op orde te brengen en de zelfredzaamheid wat betreft pedagogische taken te vergroten. Thuisbegeleiding wordt in de regel ingezet voor multiprobleemgezinnen of gezinnen waar de ouders ongemotiveerd zijn voor andere hulp.

Intensieve opvoedingsondersteuning (niveau D)

Er is een veelheid aan programma’s en interventies voor gezinnen met ernstigere opvoedingsproblemen. Veelal is een intensieve interventie noodzakelijk, die doorgaans in de thuissituatie wordt geboden. Er zijn tal van programma’s ontwikkeld die deze meer intensieve opvoedings- ondersteuning aanbieden aan geselecteerde gezinnen: VoorZorg, pedagogische thuishulp of videohometraining.

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback